Sprankje hoop voor bewoners park Rijn-Schie

Leidschendam/Den Haag - De onrust onder bewoners van recreatiepark Rijn-Schie aan de Westvlietweg 10 stevent af op een climax. Al van voor de gemeentelijke herindeling in 2002 bestaat het probleem van permanente bewoning van de huisjes.

Door Inge Koot

Het terrein behoorde destijds nog tot het grondgebied van Leidschendam. De Haagse wethouder Boudewijn Brevis wil nu een einde maken aan de illegale bewoning die bij de gemeente Den Haag in 2012 aan het ligt kwam. Op 25 augustus besprak de Haagse gemeenteraad de slepende kwestie. Bewoners togen massaal naar het stadhuis in Den Haag en vonden er steun van de oppositiepartijen PVV, SP, Groep de Mos en HSP. De wethouder heeft toegezegd binnenkort met een raadsbrief te komen waarop de discussie gevoerd zal worden in de gemeenteraad.

In 1980 werd door de gemeente Leidschendam recreatiepark Rijn-Schie opgericht. De stukjes grond werden uitgegeven waarop huisjes werden gebouwd en elk huisje werd aangesloten op het riool en het drinkwaternet en voorzien van elektriciteit.

In 2009 vond de gemeente Den Haag de grote Butagastanks te gevaarlijk en zo werd er, met volledige medewerking van de gemeente Den Haag, aardgas aangelegd. De kosten hiervan, 270.000 euro, werd betaald door de eigenaren van de huisjes. Doordat in 2012 het bestemmingsplan gewijzigd moest worden kwam aan het ligt dat park Rijn-Schie vermeld stond als Volkstuin A en op een volkstuin mag in de gemeente Den haag niet overnacht worden, zo redeneerde toenmalig wethouder Peter Smit.

De meeste woningen worden gebruikt als recreatiewoning maar een groot aantal zijn permanent bewoond. Juist voor deze bewoners voelt het besluit van de gemeente Den Haag als een zwaard van Damocles. "Zij hebben een hoge hypotheek omdat zij hun huisje voor heel veel geld hebben gekocht", vertelt een van de oudste bewoners op het park, de 83-jarige mevrouw Braxhoofden. Samen met haar 86-jarige echtgenoot kocht zij het huisje in 1991 in eerste instantie om er in de weekenden te verblijven. "Wij woonden in Den Haag en reden dan heen en weer. Maar we bleven steeds vaker en langer hier dus op een bepaald moment hebben we ons huis in Den Haag weggedaan."

Mevrouw Braxhoofden woont erg naar haar zin en hoopt dan ook haar laatste jaren hier in alle rust samen met haar man door te brengen. Zij zijn een van de ca. tien bewoners die op grond van een uitzonderingsregel in het park mogen blijven overnachten. Maar ze maakt zich wel zorgen om haar medebewoners die straks wellicht op straat staan. "Zij hebben hun huisje gekocht in de wetenschap dat het permanent bewoont mag worden. Pas later bleek dat er niet geslapen mag worden in de huisjes."

Dat geldt voor de alleenstaande vader die het huisje 15 jaar geleden kocht. "Mijn 8-jarige zoontje wordt uit zijn vertrouwde omgeving gerukt, zijn veilige omgeving, zijn school, zijn vriendjes. Alles moet hij achterlaten", vertelt hij de Haagse commissieleden op 25 augustus. "Wat maakt het de gemeente uit of er nu 10 of 20 huisjes bewoont blijven. Waarom moet ik vertrekken en mag mijn buurman blijven."

De komst van de 19 insprekers met een groot aantal steunbetuigers naar het Haagse Stadhuis op 25 augustus heeft indruk gemaakt op de Haagse politiek. De SP vindt het onbegrijpelijk dat de bewoners niet meer in hun woning mogen overnachten aangezien de gemeente geen concrete plannen heeft voor het gebied.

Als de uitspraak van de rechtbank uitgevoerd wordt dan zouden de bewoners het park op 1 november moeten verlaten. Maar er gloort nog een sprankje hoop nu ook de PvdA, CDA en D66 voelen voor uitstel. "Tot 2020 zijn er toch geen plannen voor dit gebied", laat het CDA weten.