Afbeelding
Foto:

Arnold Groenewegen

Hij wordt deze maand 96, maar Arnold Groenewegen is nog steeds goed bij de tijd. Het lopen gaat niet meer zo makkelijk sinds hij vorig jaar zijn enkel brak en moest revalideren, maar nog iedere dag worden de ochtend- en de avondkrant helemaal door hem gespeld. "En ik lees nog graag de Elsevier", laat hij weten.

Door Dick Janssen

Arnold Groenwegen werd op 24 april 1921 geboren aan de Veursestraatweg in Veur (later met Stompwijk samengevoegd tot Leidschendam -red.), vlakbij Schakenbosch. Na een paar jaar verhuisden zij naar de Delftsekade. Zijn vader was schilder en zijn moeder had daar een sigarenwinkeltje. "Dat was best druk, want we hadden een laad- en losplaats voor schepen voor de deur", weet Groenewegen nog wel. Hij ging als 14-jarige zelf ook al 'de boer op' om sigaren te verkopen. Met een koffertje vol sigaren ging hij langs boeren en tuinders, tot in Nootdorp aan toe. "Daar hadden ze geen sigarenwinkel en wilden nog graag dat zij hun sigaren thuisbezorgd kregen." In de oorlog was Groenwegen eerst nog postbode, maar toen hij opgeroepen werd om aan het werk te gaan in Duitsland, is hij ondergedoken bij een scheepswerf in Langeraar. In die tijd heeft hij nog een tijdje zelf tabaksbladeren gekweekt.

Op 1 maart 1946 begon de heer Groenewegen zijn sigarenwinkel aan de Laan van Middenburg in Voorburg. "Zo vlak na de oorlog was er eigenlijk nog niets op dat gebied en ik begon met een doos Pax tabak die na de bevrijding tot 1947 alleen op de bon verkrijgbaar was." Groenewegen bouwde zijn zaak uit naar een goedlopende sigarenwinkel. "Maar ik richtte me vooral op rookwaren en tabak, asbakken, aanstekers en kwaliteitssigaren als Balmoral en Hajenius. De sigaren stonden tot aan het plafond opgestapeld." Wel werden tevens tijdschriften en kranten verkocht, maar weer geen kaarten. "En we waren het eerste - en toen ook enige - verkooppunt van de Staatsloterij in Voorburg. Daar hadden we het ook nog best druk mee, want prijzen tot 5.000 gulden moesten we contant uitbetalen. Dat betekende een hoop administratie." Hij is nog lange tijd zijn rookwaar blijven bezorgen in Nootdorp, maar toen het te druk in de zaak werd, is hij ermee gestopt.

Voor de komst van het Prinses Marianneviaduct, was de Laan van Middenburg gewoon een drukke doorgaande weg. "We hadden bijna altijd file voor de deur en bovendien hadden we hier op de hoek met de Willemstraat ook nog een bus- en tramhalte. Er was dus altijd wel aanloop. Toen het viaduct er eenmaal was, werd het echter een stuk rustiger." Niet zo lang daarna – 30 jaar geleden - stopte hij met de winkel en ging naar de tekenacademie. Toen is hij gaan schilderen. Aan de muur hangen diverse portretten, stadsgezichten en landschappen. "Ik heb portretten van al mijn kleinkinderen gemaakt", vertelt hij trots. "Als je portretten kunt maken, kun je alles schilderen". De olieverfschilderijen aan de muur zien er schitterend uit en verraden een groot schilderstalent. Groenewegen heeft dan ook wel een paar exposities gehad en enkele werken verkocht. Toen zijn vrouw Dora echter ziek werd, had hij geen rust en tijd meer om te schilderen. Hij deed het hele huishouden, de was, kookte en verzorgde haar 4,5 jaar lang zo goed hij kon. Totdat zij vorig jaar overleed.

Naast zijn werk is Groenewegen ook lange tijd actief geweest voor de RK-parochie De Verrezen Christus. Ik ben er 50 jaar collectant geweest en was ook penningmeester in het kerkbestuur", vertelt hij. Hij telde het opgehaalde geld en omdat er nog weleens vreemde valuta tussen zat, probeerde hij dat om te wisselen bij mensen waarvan hij wist dat die toevallig naar dat land op vakantie gingen. Zo heeft hij heel wat geld voor de kerk weten te verdienen, met name ook voor de keuken die in de kerk werd geïnstalleerd. Voor zijn verdiensten werd de heer Groenewegen zelfs onderscheiden met de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice.

Trots wijst hij tot slot op het bijbehorende getuigschrift dat tussen de schilderijen aan de muur hangt.