Afbeelding
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Herbergier uit 'Eiland' gezet

Actueel 355 keer gelezen

Leidschendam - Toen herberg 'Het Eiland' in 1870 werd verkocht aan de Katholieke Kerk, was de herberg nog verhuurd aan Cornelius van Haastrecht, die er met veel plezier zijn dagelijkse arbeid verrichtte. Ook toen gold "koop breekt geen huur", met andere woorden bij verkoop van een pand, mocht de huurder erin blijven. Toch waren er vergevorderde plannen om op die plek een kerk te bouwen. En zodoende diende de herberg te worden ontruimd.

Door F.J.A.M. van der Helm

In den lande waren het roerige tijden. Vanaf de grondwetswijziging van 1848 hadden katholieken het recht om zelf kerken te bouwen. Na eeuwen in de schuilkerken te hebben gezeten, waren de katholieken verheugd eindelijk weer eens zelf een schitterend gebedshuis te midden van hun parochie te mogen bouwen. Hun enthousiasme was groot en hun offervaardigheid niet minder.

Toen het historische logement in 1870 werd aangekocht, was de actieve kastelein Cornelius van Haastrecht 62 jaar. Hij genoot van zijn werk en had liefde voor het bedrijf. Herberg 'Het Eiland' was schitterend gelegen aan de Vliet en werd bezocht door tal van verschillende soorten mensen. Van handelsreizigers tot chique dames. Zowel eenvoudige lieden uit de nabije omgeving, die een bakkie koffie kwamen drinken als welgestelden op doorreis. Zowel per koets als per boot. Het riante logement had immers zoveel luxe en was zo schitterend gelegen aan de oude Vliet.

Raadhuis
Ook voor de Veurenaren was de herberg een begrip. Had het niet al die tijd gediend als hun raadhuis? En al die officiële en onderhandse veilingen die er werden gehouden en andere bijeenkomsten? "Het Eiland" stond met zijn beide benen in de samenleving. De Veurenaren, maar ook de aan de andere kant van de Vliet wonende Stompwijkers, waren er vaak te gast en de herberg was het mekka voor de plaatselijke dorpsroddels.

Brand
Dat de herberg door een uitslaande brand was aangetast, bracht destijds grote treurnis met zich mede. Het moet vlak vóór het jaar 1870 zijn geweest. De aantrekkelijke veilingen gingen gelukkig gewoon door. Herbergier Cornelius en zij vrouw Maria Vermeulen, waren behoorlijk aangedaan door de brand. Maar de verkoop van de deels verbrande herberg was hun nog pijnlijker. De onzekerheid om het monumentale pand te moeten verlaten en de wetenschap dat het tegen de grond zou gaan, was bijna ondragelijk.

In 1878 kwam het kerkbestuur, vertegenwoordigd door onder andere Leo Verdegaal en Jan Boonekamp bij elkaar om in vrede en harmonie Van Haastrecht uit het logement te zetten. Aan die tafel zullen heel wat harde noten zijn gekraakt, maar uiteindelijk zwichtte Van Haastrecht omwille van het belang van de bouw van de kerk. Van Haastrecht zou uiteindelijk het logement verlaten op 1 september 1878, zodat het kerkbestuur de volledige beschikking over het pand zou krijgen. Ter tegemoetkoming werd van de huur 200 gulden afgehaald.

Reacties naar: helmhuis@ziggo.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant