De gedenksteen die is geplaatst op het sluiswachterskantoor aan het Sluisplein in Leidschendam.
De gedenksteen die is geplaatst op het sluiswachterskantoor aan het Sluisplein in Leidschendam.
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Sluis vergroot in 1885

Historie 623 keer gelezen

Leidschendam - Maandag 23 augustus 1886 werd door ir H. de Mol van Otterloo van provinciale waterstaat de eerste steen gelegd voor de nieuwe sluiswerken aan de Leidschendam. Een efficiënte bevaarbaarheid van de waterwegen kreeg steeds meer alle aandacht om het toenemende transport over water te kunnen waarborgen.

Door: F.J.A.M. van der Helm

De schippers tussen Leiden en Delft ervoeren de sluis bij Leidschendam steeds meer als hindernis. In 1881 werd al gewezen op verbreding van de sluis, waarbij gedacht werd aan 6,50 meter. Ook de schippersvereniging Schuttevaêr pleitte al enige tijd voor verbouwing van de sluis door de toename van de scheepvaart, maar ook vanwege het groter worden der schepen.

In veel gevallen moest er worden omgevaren, omdat de sluis van Leidschendam te klein was. Om een cijfer te noemen: 35.000 schepen en houtvlotten passeerden in 1882 de sluis die het water van de hoogheemraadschappen Delfland en Rijnland scheidt met een verschil van circa 20 cm.

In de zomer van 1885 werden de eerste serieuze plannen gemaakt en geprobeerd om politieke overeenstemming te krijgen voor de verbouwing. Een commissie van Provinciale Staten zette het sein op groen. De Provincie ging snel tot uitbesteding over in de hoop dat het complex voor de winter van 1886/1887 gereed zou zijn. Het werk diende dusdanig te worden ingericht dat het bouwproject geen hinder opleverde aan de schepen. De Haagse aannemer M. Taverne kreeg de job toebedeeld, waarbij een sluis werd gebouwd met een kolklengte van 79 meter en een breedte die werd vergroot van 3,80 meter naar 7.

De kolk kon in tweeën worden verdeeld, waardoor er efficiënter kon worden geschut. De ene 42 meter en de andere 37. Ook het jaagpad werd over een lengte van 250 meter aangepakt en verbreed zodat de paarden voldoende ruimte hadden om de schuiten te trekken. De werkzaamheden namen veel tijd in beslag, wat zowel bij de bewoners rond de dam als het scheepvaartverkeer voor het nodige gemor zorgde.

De verbetering van de sluis betekende ook aanpassing van het sluisgeld. Voor iedere m3 lading moest er anderhalve cent worden betaald met een minimum van 5 cent. Daarnaast moest vanaf 21 uur ‘s avonds tot 5 uur de volgende dag een toeslag worden betaald van 10 cent. Het nieuwe tarief ging per 1 januari 1886 in. De nieuwe sluis had ook invloed op het personeel. De sluiswachter kreeg versterking van een assistent en tevens werden er twee sluisknechten gevraagd om het meerdere werk op te vangen. Naar die banen solliciteerden maar liefst 252 mensen.

Uiteindelijk kon op woensdag 15 juni 1887 de vergrote sluis worden opengesteld voor het scheepvaartverkeer. De resten van de oude, die dateerde uit 1648 werden opgeruimd. Daarvoor bestond er al een verlaat dat in 1492 door rivaliserende Gouwenaren was vernield. 

 Reacties naar helmhuis@ziggo.nl. 

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant