Afbeelding
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Herberg Het Blesse Paard

Algemeen 1.057 keer gelezen

Stompwijk - Geen gebouw spreekt in Stompwijk meer tot ieders verbeelding als de herberg Het Blesse Paard, dat al eeuwenlang gezichtsbepalend is voor het gehucht. Door de eeuwen heen wisselde het diverse malen van eigenaar, die telkens enthousiast op zijn eigen wijze de herberg uitbaatte.

Door: F.J.A.M. van der Helm

Het Blesse Paard, voor sommigen afgekort tot De Bles, is al te traceren in de 17e eeuw in het Oosteinde van Stompwijk. Op de hoek van de nog steeds bestaande Meerlaan stond in 1727 een imposante herberg met de naam De Jonge Prins, die een voorloper was van De Bles.

Het was een degelijk stenen gebouw en de uitspanning was wijd en zijd bekend. Het was een neringrijke onderneming die op zijn terrein ook een kaats- en kolfbaan had. Deze feiten zijn te lezen in een verkoopacte van de curator van de overleden Dirk Dirksz van Roon, die de handel overdroeg aan Jacobus de Hoogh op 17 februari 1727.

Huur
De verkoopsom van het complex bedroeg 6400 gulden en het bedrag werd contant betaald door Jacobus de Hoogh. Hierbij moet worden aangetekend dat het huis of een gedeelte daarvan verhuurd was aan de vooraanstaande Adriaan Surmond, die volgens de huurovereenkomst 175 gulden en één gouden dukaat met jaar moest betalen.

1834
Hoe zag de situatie er bij een verkoop honderd jaar later uit? De Stompwijkse Vaart en de Meerlaan zullen niet veel zijn veranderd. De omgeving was ongetwijfeld enigszins meegegaan in de vaart der volkeren, maar het gehucht was nog steeds afhankelijk van veen en op de weilanden waren koeien te vinden. In 1834 is De Bles nog immer het centrum van vertier en vermaak. Voor ontspanning weet men de herberg te vinden.

De kolfbaan is er nog steeds. Het publiek bestaat nog immer uit hard werkende mensen uit de omgeving die even wat nieuwtjes willen uitwisselen, Nieuw was de ruime stal voor dertig paarden, zodat er goed geparkeerd kon worden wanneer met te paard of per koets kwam. Nieuw was ook de brouwerij: kennelijk wisten de uitbaters op een eenvoudige manier bier te maken. De karnmolen en de hooimijten gaven de herberg een idyllische aanblik

Verkoop
De eigenares in 1834 was de weduwe Anna Groenewegen (1804) die getrouwd was geweest met Daniel Hellings (1799-1829). Zij moest vanwege haar zwangerschap in 1823 met hem trouwen, doch dat huwelijk duurde amper zes jaar, daar Daniel op 29-jarige leeftijd in 1829 kwam te overlijden.

Voor Anna en haar kinderen Johannes, Cornelia, Helena en Hendrik was het draaiende houden van de herberg een te zware belasting. Ze kon niet anders dan de zaak verkopen. In 1830 huwde ze met de drie jaar oudere Johannes van Nierop.

De nieuwe eigenaar werd Jacob Pietersz van Rijn, die het in 1834 kocht voor 4.400 gulden.

Reacties naar helmhuis@ziggo.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant