Het was een heel gedoe om de regeling rond de klompenverstrekking goed te laten verlopen (archieffoto).
Het was een heel gedoe om de regeling rond de klompenverstrekking goed te laten verlopen (archieffoto).
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Klompen op de bon

Historie 740 keer gelezen

Voorburg - In Voorburg waren veel gezinnen die voor en na de oorlog nog op klompen liepen. Tijdens de oorlog wilden ze dit schoeisel ook dragen, maar ze kwamen in het voorjaar van 1944 op de bon. Dat betekende voor vele gezinnen dat ze langer met hun schoeisel moesten doen. In sommige gevallen werden stukken autoband om de klomp gebonden.

Door: F.J.A.M. van der Helm

De klomp: het aloude schoeisel waar Nederland zo beroemd mee is geworden raakte schaars aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. In Voorburg werden er nog volop klompen gedragen; vooral arbeiders, boeren, middenstanders, maar ook veel schoolgaande kinderen liepen op klompen. Ook dus in het vrij stedelijke Voorburg. De jaarlijkse afname werd op 2.000 paar geschat.

Door het beperkte aantal bomen dat voorhanden was, ontstond er schaarste aan hout om klompen te maken. In februari 1944 werd daarom besloten de beschikbare klompen via een distributiesysteem onder de bevolking te verdelen. Het was een heel gedoe om de regeling goed te laten verlopen. Geprobeerd werd om niemand de dupe te laten worden en zonder schoeisel te laten zitten.

Voorburg telde vijf detaillisten waar klompen werden verkocht. Het betrof de firma’s Broeke (Westeinde), V.d. Ham (Herenstraat), Hoenkoop (van Heurnstraat), Köhler (van Wassenaerstraat) en Fa J.M. Rebargen (Parkweg). Deze werden alle vijf benaderd om de aanwezige voorraad op te geven. Niet alleen gespecificeerd naar maat, maar ook naar mannen-, vrouwen- en kinderklompen. Voorts werd hen duidelijk te verstaan gegeven hun vaste clientèle niet te bevoordelen en alleen klompen te verstrekken aan personen met de juiste kaarten en papieren. De verstrekking van de benodigde papieren verliep via de gemeentelijke sociale dienst.

Arbeiders die voor hun werk waren aangewezen op het dragen van klompen konden via hun baas papieren aanvragen en schoolkinderen konden via het schoolhoofd een regeling treffen. Zo waren de afspraken op papier, maar in de praktijk liep het allemaal net even anders. Ofschoon er geen schrijnende gevallen bekend zijn, werd er alles aangedaan om de levensduur van de klomp te verlengen. Bijvoorbeeld door een stuk rubber in de vorm van een ouwe autoband onder de klomp te bevestigen.

De distributie tussen de winkel en de klant werd geregeld door de burgemeester. Hij stelde de verordening op. De beperkende maatregelen tussen fabrikant en winkelier werden landelijk geregeld door het Rijksbureau voor Huiden en Leder. Aan Voorburg werd een quotum van 600 tot 700 paar toegewezen, terwijl er een behoefte was aan wel 2.000 paar.

De verordening bleef bijna twee jaar van kracht en was ook nog noodzakelijk na de oorlog. Hij werd pas op 2 februari 1946 opgeheven. Niet dat de schaarste toen voorbij was, maar toen kwam er een landelijke regeling voor de klompendistributie. Eind ’46 gingen de klompen van de bon.

Reacties naar helmhuis@ziggo.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant