De sluis in Leidschendam in vroeger jaren (archieffoto).
De sluis in Leidschendam in vroeger jaren (archieffoto).
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Loterij aan banden

Actueel 591 keer gelezen

Leidschendam - Gokken is van alle tijden. De Staatsloterij is al eeuwen oud. Het idee dat je met een lot ter grootte van een klein bedrag een monsterbedrag kan winnen, brengt veel mensen in verleiding. Ook de minder draagkrachtigen kopen loten. In Veur werd de loterij in 1856 aan banden gelegd. 

De bijna drie eeuwenoude Staatsloterij, toont aan wat voor enorme aantrekkingskracht de loterij heeft op mensen. De ene mens wordt aangetrokken om een gokje te wagen dromend van een paradijselijk leven. De andere mens hoopt slechts op een bedrag om zijn zorgelijke schulden te kunnen vereffenen. In de 19e eeuw ging het er allemaal niet zo groots aan toe als nu. Vaak werden lootjes verkocht met als hoofdprijs een koe of een grote ronde kaas.

Kennelijk liep het in de 19e eeuw wel de spuigaten uit met de loterijen en moest de zaak aan banden worden gelegd. De verkoop van loten ging vaak via cafés, herbergen en andere tapperijen. De lieden die al niet veel te verteren hadden, werden door de drank wat gretiger gemaakt om een lot te kopen. Er kon met een loterij veel worden geïnd, omdat er geen enkel toezicht was op de organisatie.

De vroede vaderen besloten in een verordening de loterijhandel aan banden te leggen. De wildgroei diende overzichtelijker te worden. Besloten werd om een vergunning te moeten aanvragen om een loterij te organiseren. Burgemeester Velthuijsen en zijn college hadden gemerkt dat bepaalde schooiers flink geld wisten te verdienen met het organiseren van loterijen. Eenvoudige Veurenaren waren hiervan de dupe en deze lieden dienden tegen hun ondoordachte handelen beschermd te worden. In Stompwijk, waar Velthuijsen ook burgemeester was, speelde dit probleem eveneens.

Vanzelfsprekend was niet iedereen enthousiast over deze strenge verordening. Behalve de organisatoren, waren ook de wederverkopers niet blij. Zij zagen de verkoop als een mooie bijverdienste en de loterij bracht ook een vorm van amusement voor de cafébezoekers. De arme lieden, waarvoor de maatregel gerealiseerd was, waren boos omdat ze hun kans op geluk zagen verkleinen.
In het vervolg diende de organisator een vergunning aan te vragen bij loterijen of verlotingen van voorwerpen onder de honderd gulden. Op deze wijze wist het gemeentebestuur wat er zich afspeelde en konden uitwassen worden voorkomen. De vergunning diende te worden getoond aan politie of bevoegd ambtenaar die ernaar vroeg op straffe van één gulden boete. Bij de aanvraag van de vergunning, moest de prijs per lot worden aangegeven, het aantal loten en het te verlote onderwerp. Ook moesten plaats en tijdstip van de trekking worden aangegeven.

De belangrijkste eis betrof de tussenhandel. In tapperijen was het voor 9 uur ’s morgens en na 15 uur ’s middags verboden loten te verkopen. Op overtreding stond een boete van tien gulden. Op deze wijze hoopte de gemeente de loterij voldoende te hebben gereglementeerd.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant