De Meeslouwerplas bij Leidschendam (foto: Ed en Sonja).
De Meeslouwerplas bij Leidschendam (foto: Ed en Sonja).

Organisaties hameren op onderzoek verontreiniging bodem Meeslouwerplas

Actueel 832 keer gelezen

Leidschendam - Een zestal bij Vlietland betrokken organisaties (De Vereniging Vrienden van Vlietland, de Vogelwerkgroep Vlietland, de Werkgroep Milieubeheer Leiden, de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart, het Recreatiecentrum Vlietland B.V. en de Vereniging tot behoud van Oud, Groen en Leefbaar Voorschoten) blijft zich afvragen waarom het provinciebestuur van Zuid-Holland plotseling is teruggekomen op zijn bereidheid de kwaliteit van de bagger op de bodem van de Meeslouwerplas en de effectiviteit van de afdeklaag te laten onderzoeken.

Een van de argumenten van het provinciebestuur om het verzoek van de organisaties om onderzoek af te wijzen is, dat er intussen wel voldoende onderzoeken in de Meeslouwerplas zijn gedaan en dat die onderzoeken geen reden tot bezorgdheid gaven.

Om de afwijzing van hun verzoek te kunnen begrijpen hebben de zes organisaties de onderzoeken die de provincie noemt nog eens aan een kritische beschouwing onderworpen. Daarbij was de vraag of er werkelijk geen reden was om te twijfelen aan de kwaliteit van de waterbodem en af te zien van onderzoek naar de kwaliteit van de bagger op de bodem van de Meeslouwerplas.

Het zestal kwam tot de conclusie, dat het door het provinciebestuur opgevoerde bodemonderzoek onbruikbaar is, omdat dat intussen al vijf jaar oud is en er daarna nog veel bagger en grond in de Meeslouwerplas is gestort, dat er in het water van de Meeslouwerplas jarenlang herhaaldelijk en tot op de dag van vandaag té grote hoeveelheden schadelijke stoffen zijn aangetoond en dat de verontreiniging van de vis in de Meeslouwerplas met arseen juist wel reden geven voor bezorgdheid over de bijna 1 miljoen kuub bagger die op de bodem van de plas is gestort (tot mei 2014: 873.568 m3). Het is volgens de zes organisaties dus juist wel nodig om de kwaliteit van de bagger op de bodem van de Meeslouwerplas en de effectiviteit van de afdeklaag nu zo snel mogelijk te onderzoeken.

De organisaties vinden het merkwaardig, dat de provincie en het Hoogheemraadschap van Rijnland de uitvoerder (BAM) wel twee indirecte metingen (van het oppervlaktewater en het grondwater) hebben voorgeschreven om een idee te krijgen van de invloed van het materiaal dat in de Meeslouwerplas gebracht is, maar dat de provincie en Rijnland het toch nog steeds niet nodig vinden de bodem zélf te laten onderzoeken.

In hun brief aan de provincie en Rijnland doen de zes organisaties opnieuw een beroep op de provincie en op Rijnland om de kwaliteit van de bagger op de bodem van de Meeslouwerplas en de effectiviteit van de afdeklaag nu zo snel mogelijk te laten onderzoeken. Daarbij wijzen ze de provincie en Rijnland op hun verantwoordelijkheid jegens de inwoners van Zuid-Holland en het waterschap en jegens de gebruikers en omwonenden van de Meeslouwerplas.

Het zou volgens de zes organisaties toch onaanvaardbaar zijn als het provinciebestuur en het bestuur van Rijnland later zouden moeten toegeven, dat ze de feiten kenden, dat ze ook gewaarschuwd zijn, maar dat ze daar toch niets mee gedaan hebben. “Daarom kunnen ze nu ook maar beter goed onderzoek laten doen.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant