Lien Gisolf in actie bij het hoogspringen (archieffoto).
Lien Gisolf in actie bij het hoogspringen (archieffoto).

Voorburgs meisje behaalde de allereerste Olympische medaille voor Nederland

Sport 1.384 keer gelezen

Voorburg - De komende maand staan de Olympische Spelen in Tokio op het programma. Eindelijk na vijf jaar is het zover. De eerste ploegen zijn reeds afgereisd. Het is ook de tijd dat veel kranten, tv-zenders aandacht hebben voor oud-medaillewinnaars. Namen als Inge de Bruyn, Pieter van der Hoogenband of Hennie Kuyper, om er maar eens wat te noemen, komen weer voorbij en staan in de aandacht. 

Uiteraard zijn er ook Olympiagangers die geboren zijn in Voorburg en Leidschendam. Denk aan de in Leidschendam geboren atleten Puck Brouwer (zilver op de 200m OS 1952 in Helsinki), Pascal van Assendelft en Han Kulker. In Voorburg stond de wieg van de volleyballers Frank Constandse, Jan Oosterbaan, Hans van Wijnen en Peter Blangé (goud, OS 1988 in Seoul), de roeiers Meike van Driel, Maarten van der Linden en Fred Mulder, de schaatsers Marnix ten Kortenaar en Sanne van Kerkhof , atlete Stella Jongmans en de hockeyer Maurits Crucq (goud OS 1996, Atlanta). Een mooi gezelschap en wellicht ben ik sporters vergeten.

Bovengenoemde atleten kwamen allemaal na de Tweede Wereldoorlog in actie. De allereerste Nederlandse sportvrouw die een Olympische medaille won was Lien Gisolf. Op de Olympische spelen van 1928 in Amsterdam won Lien een zilveren medaille bij het hoogspringen. Lien Gisolf werd in 1910 geboren in Fort de Kock (West-Sumatra) in het toenmalige Nederlands-Indië. Kort naar haar geboorte verhuisde het gezin naar Den Haag om in 1919 naar de Laan van Oostenburg 47 in Voorburg te verhuizen. 

Omdat er in Lien Gisolf in actie bij het hoogspringen die tijd in Voorburg en Leidschendam geen middelbare scholen waren (kwamen pas na de Tweede Wereldoorlog) ging Lien op 12-jarige leeftijd naar Den Haag op school. Elke dag fietste ze van Voorburg naar de Eerste HBS op het Bleijenburg in Den Haag. Lien groeide in haar puberteit naar een lengte van 181 cm, vrij lang voor die tijd. Bij een sportdag viel Lien op bij het hoogspringen. Ze sprong maar liefst 30 cm hoger dan haar medeleerlingen. Haar gymnastiekdocent , mevrouw Potharst, adviseerde Lien dan ook om lid te worden bij een atletiekvereniging. 

Die actie van mevrouw Potharst doet mij denken aan mijn oude gymleraar Jan van Zweden, bij vele oud-leerlingen van het Christelijk Lyceum in Voorburg een begrip. Van Zweden vertelde mij dat ik een enorm talent had voor volleybal en maar lid moest worden van zijn volleybalclub. “Jong-Oranje lag in het verschiet”, vertelde hij er en passant bij. Later kwam ik er achter dat hij dit tegen alle talentvolle leerlingen vertelde. Van Zweden had dezelfde bevlogenheid als mevrouw Potharst destijds met als doel leerlingen te wijzen op hun talent.

Toen Lien 18 jaar oud was verbeterde zij bij haar tweede!! wedstijd, een interland tussen Nederland en België, het officieuze wereldrecord met een sprong van 1.582 m (toen werd een record tot op de millimeter berekend). Een geweldige prestatie. Bedenk dat dit met een zgn. ‘Schotse sprong’ gerealiseerd werd en niet met een zgn. ‘Fosbury flop’ zoals sinds 1968 wordt gesprongen. Ook was er geen dikke laag schuimrubber om te landen maar lag er wat zand (zie foto). Lien werd gelijk geselecteerd voor de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. 

Aanvankelijk had Lien er geen zin in, maar moeder Gisolf sprak Lien streng toe met de woorden “Geen smoesjes Lien, neem het aan, kind dan kun je in elk geval de Spelen zien”. Zo pakte Lien de trein naar Amsterdam en logeerde bij haar oom (er was geen Olympisch dorp in die tijd). Van haar oom kreeg ze een broek want een trainingsbroek had Lien niet. 

Op de Olympische Spelen van 1928 stonden turnen en atletiek voor vrouwen voor het eerst op het programma. De combinatie vrouwen en sport was bij de conservatieve ‘bobo’ s’ nog een heikel punt in die dagen. De 800 m voor vrouwen werd zo gevaarlijk geacht dat dit nummer na de Spelen weer van het programma werd geschrapt. Kortom…van olympische vrouwen was Amsterdam niet gecharmeerd.

Lien Gisolf trok zich daar niks van aan en zorgde voor een geweldige prestatie door met een sprong van 1.565 m een zilveren medaille te behalen. De Canadese Ethel Catherwood won nipt het goud. De medailles werden uitgereikt door Prins Hendrik. Zo was Lien de allereerste Nederlandse sportvrouw die een medaille wist te behalen op de Olympische Spelen. Later in de week wist de bekende Rotterdamse zwemster Marie (“Zus”) Braun op de 100 m rugslag goud te behalen. Ook was er goud voor de dames van de Nederlandse turnploeg.

Lien Gisolf wist in 1932 haar wereldrecord te verbeteren met een sprong van 1.623 en ging per boot naar de Olympische Spelen in Los Angeles. Aan boord van het schip liep Lien een blessure op en kwam hierdoor niet verder dan een vierde plek. Het jaar daarop vond Lien het welletjes. “Eigenlijk”, vertelde ze 50 jaar later, “vond ik hoogspringen maar saai, springen en dan lang wachten” en ging ze hockeyen bij HDM. “Het was jammer dat er in die tijd geen volleybal was, die sport had ik graag willen beoefenen”, aldus Lien.

Kort voor de Tweede Wereldoorlog vertrok Lien uit Voorburg en ging met haar man Herman Verdam in Oss wonen. Hier werden twee kinderen geboren. Herman stierf, vrij jong, in 1955 en Lien verhuisde naar Amstelveen. Zij overleefde haar man bijna 40 jaar.

Op 30 mei 1993 stierf Lien Gisolf op de leeftijd van 82 jaar. In Amstelveen, Haarlem en Heerhugowaard zijn straten naar haar vernoemd. Wat dat betreft kan Lien Gisolf als hockeyster de gemeente Voorburg-Leidschendam van bovengenoemde gemeenten leren. Zij koesteren hun sporthelden. Bij deze daarom graag een pleidooi voor het Puck Brouwerplantsoen, Peter Blangéplein en de Maurits Crucqweg om maar eens wat te noemen. Maar de allereerste die een straatnaam verdient is toch echt Lies Gisolf, een fenomeen.

Door Kees Wagener, oud-docent geschiedenis.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant