Koen van Zeeland, piloot March IV, en zijn hond Turbo (foto: TU Delft).
Koen van Zeeland, piloot March IV, en zijn hond Turbo (foto: TU Delft).
’lopen’ met een dwarsleasie

“Het mooiste was toen Koen in het exoskelet ging staan!”

Actueel 1.122 keer gelezen

Voorburg - Je krijgt een dwarslaesie en hoopt ooit weer te gaan staan. En dan hoor je over het exoskelet. Een robotpak dat in ontwikkeling is. De TU Delft presenteerde op 22 augustus de zesde versie van hun exoskelet waarmee piloot Koen door Delft liep. Engineers in de dop Floor en Martine vertellen hoe ze van de Daltonschool in Voorburg terechtkwamen bij dit gave project. 

Door Monica Betist

We kunnen naar de maan en terug maar het menselijk lichaam nabootsen is kennelijk een stuk moeilijker. Zes jaar geleden startte de Technische Universiteit Delft met Project MARCH. Hierin staat het maken van een robotpak voor mensen met een dwarslaesie centraal. Elke jaar gaat een nieuwe ploeg van ongeveer 25 TU-studenten met verschillende expertises aan de slag met om binnen 1 jaar een nog betere versie dan de vorige te maken. 

Dwarslaesie

Floor Heijs tekende dit jaar als movement engineer voor de looppatronen. Martine van den Boogaart is als design engineer verantwoordelijk voor het ontwerp. Hoofdrolspeler in het project is Koen van Zeeland die al langere tijd een dwarslaesie heeft. Hij heeft dit jaar nauw samengewerkt met de studenten. Zondag 22 augustus was een superspannend moment want was hij in staat om zelfstandig in de stad met het robotpak over bruggen te lopen en op banken te zitten? Koen: ‘Ja, het is zeker gelukt! Ondanks de druk want we hadden niet zo heel veel tijd om te trainen. Nu kwam het er echt op aan.’

Looppatronen

Dit jaar liep het exoskelet in tegenstelling tot de voorgaande jaren voor het eerst over onbekende obstakels. Floor: ‘Samen met Wolf Nederpel ben ik verantwoordelijk voor de patronen die bepalen hoe het exoskelet beweegt. Dus bijvoorbeeld bij het oplopen van een trap of het gaan zitten op een bank. Ik moet ervoor zorgen dat ze voor Koen zo stabiel en gelijkmatig mogelijk zijn. En natuurlijk veilig. Wolf doet het programmeren zodat de software de patronen op de goede manier aanstuurt. Tot dit jaar deed de TU altijd met de jaarlijkse internationale wedstrijd voor exoskeletten Cybathlon mee waarbij bekende obstakels moesten worden overwonnen. Door corona ging voor ons de wedstrijd niet door. Onze focus konden we daardoor deze keer leggen op de gebruiksvriendelijkheid. En daar hoort ook bij dat het pak geschikt is om ermee naar buiten te gaan.’ 

Spannend voor piloot

Naar buiten gaan was nieuw voor Project MARCH.. Het levert natuurlijk veel voordelen op maar het maakt het ook extra spannend voor de piloot. Want die komt hiermee in een omgeving terecht waar niet alles van tevoren bekend is. Koen heeft acht jaar geleden een dwarslaesie gekregen door een ongeval tijdens zijn werk. Sindsdien heeft hij vaker getraind met exoskeletten die ook een medische functie hebben. Het lopen stimuleert de werking van de blaas- en darmfunctie, bloedsomloop en botdichtheid. ‘Dit exoskelet is een enorme verbetering ten opzichte van de exoskeletten die ik eerder heb gebruikt. Het robotpak zit ongelofelijk goed in elkaar en het ziet er ook heel gaaf uit, dat heeft dit superenthousiaste team heel knap gedaan. Het is zeker nog niet klaar om voor dagelijks gebruik maar om er zo mee door de stad te lopen was top.’


(foto: TU Delft). 

Comfortabel en veilig design

Om naar buiten te kunnen gaan, moest het pak wel zelf in staat zijn om de obstakels in te schatten. Stoepen hebben verschillende hoogtes, bruggen zijn overal anders. Het robotpak kreeg daarom twee dieptecamera’s. Met wat de camera’s zien, kan het exoskelet berekenen hoe de looppatronen moeten zijn. Dit had wel invloed op het uiterlijk van het robotpak. Martine: ‘Een toevoeging die ik heb ontworpen zijn bijvoorbeeld de wings die onder de armen van de piloot uitsteken. Een van de camera’s is hierin verwerkt. Mijn ontwerp heb ik gemaakt vanuit de visie dat je eerst de persoon moet zien en daarna het pak. Daarom is de basiskleur geen opvallende knalkleur maar zwart. Maar ik wilde ook de technologie tonen. Daarom zitten er in de kappen bij de benen openingen waarachter je de motoren ziet draaien. Het pak moet bovendien prettig zitten en het moet veilig zijn. Zowel voor de piloot die erin zit maar ook voor ons team dat aan de buitenkant sleutelt.’

Die eerste keer

Met de succesvolle tocht door Delft komt voor dit dreamteam een einde aan hun project. Wat was het mooiste moment van het afgelopen jaar? ‘Toen Koen ging staan!’, roepen ze tegelijkertijd uit. ‘Dat was voor het hele team zo’n emotioneel moment’, vult Floor aan. ‘Je ziet dan het resultaat van dat waar je als team met elkaar zo hard aan werkt. Heel vet om dit zo mee te maken.’ Martine is het helemaal met haar eens. ‘En voor mij was het daarnaast een heel mooi moment toen ik de kappen van carbon die ik heb ontworpen en die ik zelf al vaak uit de 3D-printer had gehaald uiteindelijk door een professioneel bedrijf werden afgeleverd. Als je ze dan in handen hebt, dat is zo gaaf.’ Meest speciaal voor Floor waren vooral de trainingen met Koen. Bij het oefenen zag ze soms hiaten en samen met Wolf bracht ze verbeteringen aan die het voor hem makkelijker maakten om te lopen. ‘Het was zo cool als hij dan zei dat we dat goed hadden gezien en dat het voor hem echt verschil maakte.’ 

Van Dalton naar Project MARCH

Floor en Martine kennen elkaar van de Daltonschool in Voorburg. Is daar de basis gelegd voor hun bijdrage aan dit project? ‘Ik had al heel jong een fascinatie voor het menselijk lichaam. Ik hockeyde en kwam bij de fysio terecht. Wow, dacht ik, wat mooi dat al die spieren zo samenwerken. Op Dalton gingen de technische vakken mij goed af maar met biologie had ik geen klik daarom viel geneeskunde als studie af. Ik zocht naar de combi en kwam uit bij techniek in de zorg. Ik ga nu afstuderen in Medical Engineering, een master bij werktuigbouwkunde, en mij verder specialiseren in or- en protheses.’ Martine ontwikkelde haar creatieve talenten bij Dalton en kwam via een omweg bij Industrial Design. ‘Ik interesseer mij voor maatschappelijke thema’s in combinatie met techniek. In deze studie kan ik helemaal mijn creatieve ei kwijt, dit past perfect bij mij. Ik ga zeker door met ontwerpen waarbij ik het liefst weer ga voor producten waarin de mens een rol speelt.’

Gewoon doen

Voor wie geïnteresseerd is in een carrière in de techniek maar het nog niet zeker weet hebben Floor en Martine een goede tip: ‘Gewoon doen! Je hoeft echt geen technisch wonder te zijn om aan een project zoals dit mee te doen want het doel is om zo veel mogelijk te leren. Dus ga gewoon naar een technische school en kies wat je leuk lijkt dan kom je vast ook bij net zo’n gaaf project terecht als dit!’

Kijk voor meer informatie over Project March op de website www.projectmarch.nl

Martine van den Boogaart (foto: TU Delft).
Floor Heijs (foto: TU Delft).
Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant