De broers Wim (l.) en Henk van Elewout (foto: familie Jehee).
De broers Wim (l.) en Henk van Elewout (foto: familie Jehee).
verzetshelden

Steentjes ter nagedachtenis aan broers Van Elewout op Van Deventerplein

Actueel 1.577 keer gelezen

Voorburg - Aan het Van Deventerplein 8 in Voorburg zijn donderdag 9 september twee herdenkingssteentjes geplaatst ter nagedachtenis aan de gebroeders Van Elewout. Zij waren verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog en zijn in de oorlog omgekomen.

Het gaat overigens niet om Stolpersteine, zoals abusievelijk eerder door Het Krantje gemeld. Een verzoek om deze te plaatsen werd niet ingewilligd. Daarom ging de familie op zoek naar een alternatief en heeft in de vorm van twee zwart granieten steentjes van 14,5 x 14,5 cm hun eigen herdenkingssteentjes laten maken. Deze zijn nu voor de woning aan het Van Deventerplein 8 (het ouderlijk huis van de broers) geplaatst. Op de steentjes staat het volgende vermeld: Naam - geb. datum - overlijdensdatum en -plaats (gefusilleerd c.q. vermoord) en hun leeftijd.

Gebroeders Van Elewout

Het grote, goed katholieke Voorburgse gezin Van Elewout was zeer vaderlandslievend. Van meer leden van het gezin is bekend dat ze verzetsdaden pleegden. Verzetsbladen rondbrengen met de kinderwagen bijvoorbeeld met de baby als dekmantel voor de illegale lectuur.

De Van Elewouts hingen hun verzetswerk en hun overtuigingen overigens niet aan de grote klok. Vader van Elewout had zeven slagerijen en gold destijds derhalve als een welgesteld man. Hij kreeg dus allerlei vragen om ondersteuning, die hij aan de voordeur allemaal afwees om aan de achterdeur te doen wat hij nodig vond.

Het verzet was er dus met de paplepel ingegoten en Wim van Elewout ging er behoorlijk ver in. Hij zou er met zijn leven voor betalen. Zijn oudere broer Henk was eveneens een actief verzetsstrijder. Hij had onderduikers in huis en hielp andere onderduikers met voedsel en spullen. Ook Henk betaalde de hoogste prijs voor zijn verzetswerk.

Wim van Elewout
Wim van Elewout (geboren in 1913) was vertegenwoordiger. Hij was vrijgezel en voor de duvel niet bang. Al kort na begin van de oorlog kwam hij in verzet als lid van de LO, een organisatie die hulp verleende aan onderduikers, en de KP (Knokploegen). Knokploegen pleegden allerlei verzetsdaden, zoals het vernietigen van gemeentelijke archieven (zodat de Duitsers niet meer wisten wie ze moesten oppakken) en het overvallen van bonnenkantoren (met die gestolen bonnen konden levensmiddelen voor onderduikers worden gekocht). Voor zulke activiteiten kon je destijds de doodstraf krijgen.

Welke verzetsdaden Wim precies pleegde is aan de hand van de stukken niet meer na te gaan. Wel is bekend dat hij verschillende keren werd gearresteerd, gevangen kwam te zitten, verhoord werd, maar steeds de dans ontsprong. Tevergeefs probeerde hij naar Engeland te vluchten.

Op een gegeven moment werd de grond hem in Nederland te heet onder de voeten. Hij werd onder valse voorwendselen voor werk naar Letland gelokt, maar dat bleek om dwangarbeid te gaan. Hij vluchtte naar Rusland, werkte als kok voor officieren van de Organisation Todt (die militaire objecten bouwde) en maakte daar de nodige oorlogshandelingen mee (waaronder de Slag om Novgorad). Tijdens een verlof vluchtte hij met een vriend op vervalste papieren naar Nederland. Die papieren bleken goed te zijn vervalst. Ze overleefden elke controle en met elk controlestempel gingen ze er meer ‘echt’ uitzien.

Later zei de leider van zijn knokploeg over Wim dat hij zijn eigen gang ging. Hij liet zich niet zo veel gelegen liggen aan gezag. Maar hij was ook onverschrokken en tot alles bereid om de Duitsers te verjagen. Eenmaal terug in Nederland ging hij direct weer verder met zijn verzetswerk. In zijn laatste maanden was hij lid van een zogenaamde wilde knokploeg, die buiten het verband van de LO opereerde. Ook hier is over zijn handel en wandel niet veel bekend. We weten wel, dat hij op 16 februari betrokken was bij een overval in Bleiswijk. Daar werd hij door drie landwachters gearresteerd. Hij kwam terecht in het politiebureau aan het Haagse Veer in Rotterdam. 

Het einde kwam op 3 april 1945, ruim een maand voor het eind van de oorlog. Met 19 andere verzetsstrijders werd Wim gefusilleerd. Dat was een represaille voor een overval op een majoor van de Ordepolitie. Wim van Elewout was pas 31 jaar oud.

Henk van Elewout
Henk van Elewout (geboren in 1906) had een bakkerij in Voorburg  bood als lid van de LO hulp aan onderduikers. Behalve dat hij spullen leverde hield hij in zijn eigen huis onderduikers verborgen. Ook regelde hij onderduikadressen elders in het land. Dat was in die dagen letterlijk levensgevaarlijk. De Duitsers keken niet op een mensenleven, overtuigd als zij er van waren dat zij zich alles konden permitteren omdat zij de macht hadden.

Van Henk is niet bekend, dat hij een leidinggevende rol speelde in het verzet. Zijn werk bestond uit het verrichten van hand- en spandiensten, waarmee onderduikers werden geholpen en waarmee de bezetter werd tegengewerkt. In latere getuigenissen wordt hij omschreven als een harde werker. Maar ook als een man met humor. In zijn winkel verkocht hij tegeltjes met daarop de tekst ‘Doe als een visje in het water. Spartel rond, maar houd je snater.’ Het visje was oranje en het zwom in rood-wit-blauw gekleurd water. Het zag er allemaal tamelijk onschuldig uit, maar voor wie de hints begreep was dit een tegeltje met een boodschap. De opbrengsten gingen naar het werk van de ondergrondse.

Uiteindelijk werd Henk verraden door een buurtgenoot. In Henk’s winkel had op 21 juni 1944 een vergadering plaatsgevonden van de verzetsploeg waartoe Henk behoorde. Uit veiligheidsoverwegingen gingen de deelnemers na afloop met tussenpozen naar huis, maar de Duitsers stonden klaar om hen allemaal te arresteren, ook Henk. Er is ook nog een andere versie van de arrestatie van Henk. In haar dagboek schrijft Henks zus Anja dat Henk op die 21e juni was gearresteerd nadat hij melk was wezen halen. Hoe de Duitsers hem op de korrel zouden kunnen hebben gekregen, vermeldt Anja niet. Welke versie ook de juiste is, Henk zat gevangen. Hij verbleef onder meer enige dagen in het Scheveningse Oranjehotel en kwam daarna in Kamp Vught terecht. Daar bleef hij tot Dolle Dinsdag (6 september 1944). Die dag bracht helaas niet de verwachte bevrijding, maar was eerder de start van nog heel veel ellende. Voor Henk van Elewout betekende het, dat hij in het concentratiekamp Oranienburg (Sachsenhausen), twintig kilometer ten noorden van Berlijn, terecht kwam. Daar kwam hij op 9 september 1944 aan. 

In de laatste maanden van de oorlog konden de Duitsers de geallieerden in militair opzicht steeds minder partij geven, maar hun moordzucht en hun onmenselijkheid werden niet minder. Het regime in Sachsenhausen was zwaar. Toen Henk op 6 februari 1945 naar Bergen Belsen (ten noorden van Hannover) werd overgebracht werd het nog zwaarder. Tijdens zijn werk in de keuken kreeg hij de inhoud van een kokend hete pan waterige soep over zich heen. Maar doktershulp kreeg hij niet en zo werd hij steeds zwakker. Toen de geallieerden het concentratiekamp bevrijdden leefde Henk nog, maar daags daarna, op 16 april 1945, zijn 39e verjaardag stierf hij als gevolg van zijn ontberingen van pure uitputting. 

Voor de familie en dan vooral voor vader en moeder Van Elewout was dit een tijd van droefenis en onzekerheid. Nederland was bevrijd, maar hun zoon Wim had de oorlog niet overleefd en over Henk kreeg de familie pas in 1947 zekerheid. Sinds die tijd was moeder Van Elewout altijd in het zwart gekleed. En tot er zekerheid was over Henks dood werd er in het ouderlijk huis standaard een kamer voor hem vrij gehouden. Maar Henk kwam nooit meer thuis. Zelfs zijn laatste rustplaats is onbekend. Maar zijn daden mogen niet vergeten worden. Want hij betaalde met zijn leven voor de vrijheid van zijn medemensen.

(bron: Oorlogsgravenstichting / Piet Kralt).

De op het Van Deventerplein geplaatste struikelsteentjes (foto: familie Jehee).
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant