Woningzoekenden laten noodgedwongen eisen vallen in oververhitte woningmarkt

Leidschendam-Voorburg - Op Prinsjesdag 2021 maakte de regering bekend dat er eenmalig één miljard euro wordt vrijgemaakt voor de snellere bouw van woningen. De Hypotheker vindt dit een positief teken, maar is van mening dat dit niet genoeg is om de doorstroming op de huizenmarkt écht te bevorderen. Voorafgaand aan Prinsjesdag voerde De Hypotheker een onderzoek uit onder oriënteerders op de woningmarkt. Hieronder lees je de belangrijkste uitkomsten. 

Extra maatregelen nodig om doorstroming op de woningmarkt te bevorderen
Acht op de tien woningzoekenden zien zich door de krapte op de woningmarkt gedwongen concessies te doen aan hun woonwensen. Om deze impasse te doorbreken, denkt De Hypotheker bijvoorbeeld aan een zelfbewoningsplicht voor beleggers. Een grote meerderheid (67 procent) van de 1.100 starters en doorstromers die in het onderzoek zijn ondervraagd, deelt deze mening. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de helft van de oriënteerders verwacht dat het afschaffen van de overdrachtsbelasting juist een opwaarts effect op huizenprijzen heeft. Hoewel doorstromers een betere uitgangspositie hebben, worden ook zij geconfronteerd met een huizenmarkt die op slot zit. Extra maatregelen zoals de zelfbewoningsplicht voor beleggers zijn dus nodig om de doorstroming op de huizenmarkt te bevorderen. Een grote meerderheid van de respondenten is hier voorstander van.

Huizenkopers zijn somber over hun vooruitzichten
Driekwart van de huizenkopers verwacht dat het woningtekort nog verder zal toenemen. Daarnaast denkt 68 procent dat de stijgende huizenprijzen hun piek voorlopig nog niet hebben bereikt. Er moeten dus structurele maatregelen komen, vinden de meeste ondervraagden: meer betaalbare woningen bijbouwen, meer woonvormen voor ouderen of leegstaande kantoren ombouwen tot naar woningen.

De ideale woning voor oriënteerders is nagenoeg onvindbaar
De schaarste aan betaalbare woningen zorgt ervoor dat een derde van de ondervraagden al langer dan een half jaar op zoek is, maar geen geschikte koopwoning kan vinden. Van de huidige huurders en huizenbezitters wil 65 procent het liefst verhuizen naar een (volgende) koopwoning, maar 80 procent voelt zich gedwongen om hun zoekcriteria aan te passen. Zo zijn ze bereid langer te wachten met de aankoop van een woning (68 procent) of concessies te doen aan bijvoorbeeld de indeling (64 procent), het uiterlijk (46 procent), de omvang (45 procent) of de locatie van de woning (35 procent). 

De helft van de huizenkopers biedt ver boven vraagprijs. Het merendeel (62 procent) van de deelnemers aan het onderzoek zoekt naar een woning tot 300.000 euro. Voor een derde van de huizenkopers mag een woning zelfs maximaal 250.000 euro kosten, terwijl de gemiddelde huizenprijs op dit moment boven de 400.000 euro ligt. Huizenkopers bieden vaak ver boven de vraagprijs om hun kansen op hun woning te vergroten; de helft (49 procent) voelt zich gedwongen om over te bieden. Een tiende van de oriënteerders is zelfs bereid om tot 50.000 euro extra te bieden. 90 procent brengt daarom extra financiële middelen in, zoals spaargeld (49 procent), de overwaarde van de bestaande woning (44 procent) of een schenking van hun ouders (13 procent).

“Wil jij weten wat er wél mogelijk is in de huidige woningmarkt? Maak een afspraak of kom langs op onze vestiging”, aldus Henk Otgaar van De Hypotheker Leidschendam en Zoetermeer.