Komst Marianne op Rusthof

Voorburg - Eén van de bekendste Voorburgers, zo niet de bekendste, kwam in 1848 naar Voorburg waar ze de riante buitenplaats Rusthof kocht. De nieuwe bewoonster had aan het Haagse Hof voor nogal wat opschudding gezorgd en de eigenzinnige dame voelde zich in Voorburg wellicht beter op haar plaats.

Door F.J.A.M. van der Helm

Over het turbulente leven van prinses Marianne (1810-1883) zijn inmiddels boeken vol geschreven. De in Berlijn geboren edelvrouw was een dochter van Neerlands eerste Oranjekoning Willem I en diens eega prinses Wilhelmina van Pruisen In 1830 trouwde ze met haar neef Albert van Pruisen die haar vijf kinderen schonk. In 1845 liep ze bij hem vandaan.

Bij haar ouders in Den Haag vond ze geen aangenaam onthaal. Reden voor haar om naar Italië door te reizen. De prinses werd niet alleen verweten te zijn weggelopen voor haar huwelijk met achterlating van haar kinderen, maar ook de goede relatie tussen de Oranjes en het Pruisische Huis Hohenzollern op het spel te zetten. Mogelijk was ze in Italië al in gezelschap van haar koetsier, bibliothecaris en vooral minnaar, de getrouwde Hagenaar Johannes van Rossum (1809-1873).

Wanneer ze op 7 maart 1848 haar buitenplaats Rusthof koopt heeft ze de Haagse meester timmerman Johannes Dona aan haar zijde om het pand op zijn juiste waarde te taxeren. Uiteindelijk werd deze Dona ook gemachtigd om de transactie namens de prinses te sluiten. De verkoper van Rusthof was de Rotterdamse weduwe Maria de Vogel van Aalst (1789-1866), die getrouwd was geweest met Jean van der Kun. Rusthof bestond naast het kapitale landhuis uit koetshuizen en stallen. Daarnaast was er een oranjerie, tuinmanswoning, boomgaard, bloemen- en perzikenkast en een bos met een vijver. Het complete landgoed had een oppervlakte van 21 bunder, 9 roeden en 78 ellen, oftewel ruim 21 hectare en was gelegen aan het Oosteinde. De buitenplaats wisselde voor de lieve som van ƒ 50.000 van eigenaar

Nu was er met het landgoed iets bijzonders aan de hand. De weduwe had het landgoed niet geërfd van haar man, doch van haar broer Henricus de Vogel van Aalst (1784-1837). Deze Henricus was de bewoner van Rusthof, waarop hij ook overleed. Het is de vraag of zijn zus na diens overlijden ooit op Rusthof is gaan wonen. Vermoedelijk werd het verhuurd. Broer Henricus had het landgoed in 1826 gekocht van de Leidse wethouder Gerardus van Bommel (1770-1832), die gehuwd was met Cornelia van der Kun. Zij was familie van bovengenoemde Jean van der Kun die getrouwd was met verkoopster Maria de Vogel van Aalst.

De prinses en de koetsier kregen een relatie en al spoedig bleek Marianne zwanger te zijn. Anderhalf jaar na de aankoop van Rusthof beviel ze van hun zoon Johannes Willem op 30 oktober 1849. Inmiddels was de vader gepromoveerd van eenvoudig koetsier tot secretaris en bibliothecaris.

Reacties naar helmhuis@ziggo.nl.