Ronald Lamping
Ronald Lamping

column: MANTELZORG

Columns 73 keer gelezen

Ons huis wordt grondig verbouwd. Dat zal het wereldnieuws niet halen. Mevrouw Lamping heeft het plots over “het laatste kunstje”. Ik weet dan niet precies, wat ze bedoelt. Ik heb er ook niet al te veel belangstelling voor. Als mijn vrouw een make-over wil, dan is dat echt nodig. Simpel, zat.

Door Ronald Lamping

Het laatste kunstje lijkt erop te duiden, dat het einde nadert. Ik ben bang, dat mevrouw Lamping ook nog gaat vragen naar de begrafenispolis. Ik word daar dan weer niet veel vrolijker van. Moet ik mijn eten soms achterdochtig laten voorproeven? Op de respectievelijke leeftijden van 60 en 62 jaar ga je toch niet meteen denken aan bloemen, toespraken, koffie met hotelcake (100% roomboter). Misschien, dat mijn vrouw verkeerd gedroomd heeft.

Het hele project heeft tot gevolg, dat ik voorlopig in een zorg hotel zit. Thuis kan ik niet meer naar binnen. Er zijn mensen aan het werk en die zitten nou niet bepaald te wachten op een sukkel, die nauwelijks het verschil weet tussen een spijker en een schroef. Ik moet daar dus vooral wegblijven.

De heren werken met overgave en razendsnel. Begonnen al toen ik nog met mijn luie kont in de Caraïbische zee lag te dobberen. Ik laat nu af en toe mijn gezicht zien. Dat ondergaan ze gelaten. Het zijn bekenden en erkend goed. Daarom blijven ze beleefd, maar laten wel minnelijke weten, dat ze me liever kwijt dan rijk zijn, door de slimme formulering: “We redden het wel, hoor!”

Ik ben dus nu uithuizig. Zit weken bij onze dochter in haar gloednieuwe appartement. Het bevalt me eigenlijk wel prima zo. Dat valt mijn vrouw ook op. Ze wordt er zelfs een beetje stil van. Soms zie ik haar naar me kijken. Haar blik is een kruisbestuiving tussen medelijden en verwarring. Thuis laat ze het hele huis opknappen en haar man wentelt zich juist buiten de deur heerlijk comfortabel in de mantelzorg.

Is dit wat de regering bedoelt met zorgen voor elkaar? Kinderen, die op hun versleten ouders gaan passen. Het lijkt een pijler voor de toekomst. Ik vind het best zo. Daarbij is onze dochter gespecialiseerd in bejaarden. Die zaten in haar pakket. Wat is er dan nog te wensen? Niets!

Mijn vrouw schijnt mijn gedachten te kunnen raden. Ze praat over haar nieuwe keuken, het parket en al het verfwerk. Ze verheugt zich op nieuwe meubels en wat al niet meer. Aan die bespiegelingen moet ik dan meedoen. Ik weet dat drommels goed, maar kan me er slecht toe zetten. Wakker worden bij een interne bejaardenverzorgster en aanschuiven bij een lekker ontbijt. Ik zie niet in waarom ik dát geestdriftig zou willen veranderen.

Onze dochter ondergaat haar lot gelaten. Eindelijk het huis uit en dan tóch opgescheept zitten met haar ouders. Schertsend heeft ze het met een knipoog over kostgeld. Ik luister daar niet eens naar. Als ze het nogmaals herhaalt, ben ik er snel klaar mee. Ik kijk haar aan, haal mij schouders op en zeg: “Dan heb ik van jou nog ruim dertig jaar geld te goed!”

Mantelzorg. Ik geniet ervan. Beetje op balkon met koffie zitten staren naar de activiteiten van de geslaagde Vlietdagen op het (eindelijk)oergezellige Damplein. Naar beneden om een Italiaans broodje Parmaham te scoren en terug naar de luie stoel. 's Avonds daal ik weer af voor een spetterend optreden van de Knappe Mannenband met hun diva's. Wat kan het leven toch mooi zijn. Kinderen, die voor hun ouders zorgen. Hapje, drankje, muziek. Ik vind het prima. Die houden we erin.

Onze dochter is een schat. Er schuilt geen greintje kwaad in. Ze doet er van alles aan om het ons naar de zin te maken. En terwijl de heren aan ons huis werken, dompel ik me onder in deze overdaad aan luxe en gemak. Er valt geen verkeerd woord. Wel is er even onduidelijkheid als onze dochter in de tv gids kijkt, naar me loert en zachtjes, maar dwingend zegt: “Leuk programma, vanavond. Ken je het, pap?” Ik haal mijn schouders op en vraag welk programma ze bedoelt. Het antwoord komt direct:

“Een reisprogramma.

Oost, west, thuis best!”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant