Ronald Lamping.
Ronald Lamping.

Column: MEER OF MINDER?

Columns 144 keer gelezen

Soms kan ik gebeurtenissen niet plaatsen. Met de jaren sterven hersencellen af. In die categorie zit ik. Er vallen gaten in mijn kennen en kunnen. Fysiek kom ik als een wrak uit mijn nest. Die koude start is een probleem.

Geestelijk is het erger. Misschien blijf ik steken in het verleden. De kwaal van ouderen. Vroeger was alles beter, dat dus. Zal wel. Misschien moet ik hulp vragen. Dat iemand het uitlegt. Zal u nu een vraag stellen, waar ik geen antwoord op heb. Helpt u?

Een deel van de jeugd verveelt zich. Ik lees over Ypenburg, Voorburg en over Damplein in Leidschendam. De daar wonende of residerende jeugd heeft geen moer te doen. Althans, dat beweren ze. De gevolgen zijn eenduidig.

Ze maken een mega klerezooi, draaien onbeschoft harde muziek, stichten brandjes en maken veel kapot. En als je er iets over zegt krijg je twee opgestoken middelvingers. Als ze een goede bui hebben.

Aanspreken is reden voor een grote bek vol scheldwoorden, waarvan ze er niet een zonder taalfouten kunnen schrijven. Rampzalig opgevoed zonder enig normbesef. Platvloers en grof. Zij denken daar anders over. Gesteund door de groep zijn ze niet brutaal, maar `t mannetje.

Dan raak ik het spoor bijster. Als ik hun grieven vertaal krijg je het volgende. Wij hebben hier niets te doen en dus (…) maken we lawaai, gooien we alle eetresten, flessen en pizzadozen op de grond. Daarbij vinden we het legaal om straatmeubilair en dergelijke kapot te trappen.

Voor hen is het wettig, dat ze last veroorzaken en een grote bek opzetten. Voelt u wat ik bedoel? Ik begrijp dat niet. De schuld wordt geschoven naar gemeente en iedereen, die er iets over te zeggen heeft. Daar ligt de fout. Dus ga niet aan hun kop zeuren als ze een bushokje moeren.

Ik zie het anders. Het is hopeloos opgevoede jeugd, die van huis niets meekreeg. Waar een diepe aversie heerst tegenover alles, dat gezag uitstraalt. Die per definitie tegen politie en andere gezagsdragers is. Met ouders, die zelf hun bek opentrekken als hen op school iets niet bevalt.

Moderne Neanderthalers, vermomd in eigentijdse kleding. Die ouders geven hun kroost een totaal verknipt beeld van de maatschappij. Intrinsiek afkeurend staan tegenover alles, dat hen eventueel de les kan lezen. Het is de generatie van "dat moet je niet pikken, jôh!"

Dit krijgt een deel van de jeugd van huis uit mee. De grote bek van ouders bij een pupillenwedstrijd, het gescheld op politie als ze zelf een overtreding maken. Onredelijk en beperkt. Het is niet het gemis aan speelattributen of jeugdhonken. Het is het gemis aan opvoeding, aan het meegeven van fatsoen.

In dit softe land wordt alles omgedraaid. Weinigen nemen stelling. Angst regeert. Jeugd, die rotzooi maakt, een grote bek opzet en straatmeubilair moedwillig vernielt, moet niet met het vingertje naar anderen wijzen. Ook al verveel je je, je blijft met je poten van andermans spullen af. Actueel zou ik roepen: "Willen we meer of minder grote bekken, rotzooi en vernielingen?" Minder, toch?

In Nederland zal het er om hangen!

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant