De sloop van de Mariaschool in 1987 (archieffoto).
De sloop van de Mariaschool in 1987 (archieffoto).
HISTORISCH LEVEN

Rooiepannenbuurt

Actueel 1.423 keer gelezen

Leidschendam - Bij de meeste Leidschendammers is de Rooiepannenbuurt bekend. Het gaat om het gebied dat tegen de Bachsingel aanligt met straten als Sint Willibrordusstraat, Sint Raphaëlstraat en Sint Jozefstraat. Het betreft hier één der eerste uitbreidingsgebieden van het oude Veur. Reini van der Voort-Rolvink (1935) praat ons bij. Zij is er immers opgegroeid! (aflevering 35).

Door F.J.A.M. van der Helm

In 1919 besloot de Rooms-Katholieke woningbouwvereniging een wijkje neer te zetten voor de rap groeiende bevolking van Veur. De wijk kwam midden tussen de boerderijen en weilanden te liggen. Veur was een agrarische gemeente, waarvan het centrum lag bij de Dam, waar ook de kerk, scholen en het patronaatsgebouw stonden. In feite kwamen handel en geloof hier samen. Aan de overzijde van de Vliet lag het grote Stompwijk, waarvan het inwonertal ook behoorlijk groeide.

Bedstede
De nieuwe huurwoningen waren voor die tijd ruim van opzet, ofschoon de huizen voor de enorme gezinnen al gauw te klein leken. Boven waren er in de Raphaëlstraat drie slaapkamers. Maar soms sliepen er wel vijf kinderen op een kamer en met zijn drieën in bed! Voor die tijd een normale gang van zaken. Bij de oplevering van de huizen, was er een eenpersoonsbed en een tweepersoonsbed bij de inboedel geleverd. Mogelijk vond de woningbouwvereniging dat die bij het huis hoorden ter vervanging van de bedstede, die in de 'moderne' huizen ontbrak. In het begin ontbrak ook elektrisch licht en voor het sanitair was er aan de keuken een plee gebouwd, die was gekoppeld aan een beerput, die ieder jaar leeggemaakt werd.

Mariaschool
In de buurt woonden hoofdzakelijk arbeiders al dan niet geschoold, die meestal uit de omgeving afkomstig waren. Kinderen gingen in de tijd van Reini naar de Mariaschool: een kleuterklas met zuster Augustina en vervolgens naar de lagere school, waar juffrouw Steenhuis de derde en vierde klas onder haar hoede had. En wie herinnert zich niet de strenge zuster Canisia, die iedere dag weer terugging naar het klooster aan het Damplein? Voor de vijfde en zesde klas was de Jozefschool aan de Dam de aangewezen plek.

Waterstoker
De buurt kende enkele noodzakelijke winkels, zoals melkboer Sonnevelt (alias Klaas Sap) die op de hoek van de Raphaël- en de Willibrordusstraat zat. Verder was er groenteboer Jongeling, die ook koffie, thee en suiker verkocht. Bakker Lipman was één van de vele bakkers waar je brood kon kopen. Ofschoon dichtbij, was zijn brood niet zo geweldig en haalde moeder Rolvink het liever bij Remmerswaal. Heel bijzonder was waterstoker Van der Meer, waar je voor 5 cent een halve emmer heet water kon krijgen. Op de maandag kwam hij langs de deur. Het was dan wasdag en de ijverige huisvrouwen hadden allemaal heet water nodig voor de was! Naast waterstoker was hij ook kolenboer en stond zijn toonbank vol snoep, van spekkies tot zoethout. Geen wonder dat de kinderen graag naar hem toegingen!

Reacties naar helmhuis@ziggo.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant