Door: Ronald Lamping.
Door: Ronald Lamping.
COLUMN

TROTS? PFFF!

Column 585 keer gelezen

Ben er klaar mee. Niet meer gebruiken Tóch gehanteerd? Mond spoelen met stevige chemische narigheid. Vervolgens, een belofte. Erewoord, dat je nooit meer 'trots' zal misbruiken.

Trots is nu het meest gedevalueerde woord. Trots wordt onteerd. Publieke verkrachting van de betekenis. Voor alle duidelijkheid, trots staat voor fier, groots, eigenwaarde en machtig.

Trots zijn mag. Bij uitzondering. Als je wat speciaals doet. Iets, dat het gangbare overstijgt. Dan gebruik je trots. Helaas. Trots vliegt uit de mond als een fluim bij sporters. Oogt normaal, het ís ongepast. Voorbeeldje.

Digitale AIVD hackers infiltreerden in een beruchte Russische hackgroep. Dát is hun werk. Arbeid, waarvoor ze betaald worden. Dan, achtuurjournaal. Daar verschijnen drie kabinetsleden om amechtig te melden, dat ze trots zijn. O zo trots en ze kijken er nog serieus en vergenoegd bij.

Drie ministers, die zo trots zijn. Gevangen binnen een item van krap 30 seconden. Vooral minister Kajsa Ollongren (bij haar naam denk ik altijd aan een boekenkast van Ikea) oogt serieus. Ze kijkt in de camera. In haar blik kun je aflezen, dat het niet om een kilootje braadworst gaat. Hackers deden echter gewoon hun werk. Ikea Kajsa meende echter, letterlijk: "Ik ben enorm trots!" Ze had kunnen zeggen, goed werk.

Als u de ultieme verminking van het woord trots wilt horen, kijk dan naar aanvoerders bij Studio Sport Eredivisie. Meer stand up comedy dan nabeschouwen. Er gaat geen aanvoerder voorbij of hij kwijlt: "Ik ben trots op de jongens!" Ze kijken er ook nog oprecht bij.

Huidige voetballichting bestaat uit jochies van rond de twintig. Zeker de helft ontvangt een exorbitant salaris. Hun kleding wordt gesponsord, de luxe auto krijgen ze in bruikleen. Ze logeren in luxe hotels, overwinteren in tropische gebieden en worden in het dagelijkse leven door hijgende aanbidders gezien als verlossers van hun dagelijkse monotone bestaan.

Spelers dragen dure sieraden en kleding. Worden in restaurants vaak vrijgehouden door eigenaars, die best willen laten weten, dat spelers bij hen in de zaak komen. Fêteren, alom. Daar staat geen maat op.

Zou zo`n verwende en in de watten gelegde voetballer dan misschien 90 minuten per week zijn benen uit zijn reet mogen rennen? Mag hij soms zijn stinkende best doen om alle profijt van zijn status om te zetten in werklust? Voor fans, die niet zelden krom liggen voor een seizoenkaart.

Supporters, die zelfs in de verste uithoeken van Polen, Bulgarije of wat voor onaantrekkelijke tochtige uithoek dan ook, hun laatste centjes spenderen aan hun team. Mag je dan gewoon je best doen? Werken, voor al die mensen, die niet per geëscorteerde spelersbus arriveren, maar al voor dag en dauw in de weer zijn om het stadion op tijd te bereiken. Door weer en wind!

Wanneer je dan als speler hard werkt, is dat helemaal niets (!) om trots om te zijn. Dát is je plicht, zeikerds! Het gezeur van "ben trots op die jongens" moet afgelopen zijn. In dat kader nog andere betekenissen van trots. Welke?

Blasé en opgeblazen.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant