Gestolen schapen

Stompwijk - "Mijn schapen zijn gestolen", moet de 44-jarige boer Leen van der Laan hebben geroepen naar zijn buurman toen hij bemerkte dat elf van zijn beesten waren verdwenen. Het was niet de eerste keer en de schrik zat er weer goed in.

Door: F.J.A.M. van der Helm

In de gematigde winter van februari 1883 stonden de schapen bij de Stompwijkse boer Leen van der Laan (1838-1899) met hun dikke warme vacht rustig in de wei. Hij was niet de enige boer, die naast zijn koeien ook wat schapen bezat. Stompwijk was een uitgestrekt dorp, dat helemaal doorliep van Nootdorp tot aan Zoeterwoude en alles wat nu Leidschendam (zuid) is aan die kant van de Vliet.

Het gehuurde weiland van Van der Laan lag aan het einde van de Stompwijkse Vaart tegen Zoeterwoude aan in de Groote Blankaartspolder. Het was er rustig en afgelegen wonen. En wellicht daarom was het gemakkelijk om schapen te stelen, maar wie kon dat hebben gedaan. En had niemand dan wat gezien; elf schapen stop je toch niet zomaar in je zak.

Boer Van der Laan was in 1874 getrouwd met de elf jaar jongere Jannetje van Veen uit Veur. Hij was een zoon van Jacobus van der Laan en Maria Prins. Zij een dochter van Nicolaas van Veen en Beatrix van Nierop. Allemaal boerengeslachten die vertrouwd waren met deze omgeving, waar ze al vele generaties de kost verdienden.

Het echtpaar boerde prima en ze hadden het uitstekend naar hun zin met zijn tweetjes. Inderdaad van mogelijke kinderen is geen spoor gevonden, dus rondom de boerderij was weinig gekrijs en andere kindergeluiden te horen.

Het weiland van Van der Laan lag tegenover de boerderij van Cornelis van Swieten. Als er iemand wat gezien moet hebben van de diefstal dan was het deze Cornelis. De bestolen Van der Laan, ging naar Van Swieten en deed beduusd zijn verhaal van zijn gestolen schapen.

Het moest zijn gebeurd in de nacht van de 9e op de 10e februari. In de ochtend van de 10e bemerkte Van der Laan het gemis van zijn beesten. Hij kon zijn ogen niet geloven en zocht eerst volop in de wijde omgeving en in de sloten. Het resultaat is inmiddels bekend. Buurman Van Swieten uitte zijn medeleven en raadde hem aan aangifte te doen van deze diefstal.

Van der Laan nam het advies van zijn buurman over en besloot naar de burgemeester te gaan om aangifte te doen. Vanuit zijn woonstee naar het centrum van Stompwijk aan de Dam was zeker 5 km. Op 13 februari om 11 uur kon hij bij de burgemeester zijn verhaal kwijt en werd er een proces-verbaal opgemaakt van de diefstal. De schapen waren te herkennen aan de inknipping van een V in het rechteroor. Een dader is echter nooit gevonden.

Reactes naar: helmhuis@ziggo.nl.