Door Ronald Lamping.
Door Ronald Lamping.
column

GESCHEIDEN

Column 1.173 keer gelezen

Mijn vrouw en ik zijn gescheiden. Volledig onverwachts. Zagen dit niet aankomen. Een klap. Heb veel met u gedeeld. Nu billetjes bloot.

Vorige week stond mijn vrouw op om richting toilet te gaan. Precies 23:30 uur. Ze komt niet terug naar de zitkamer. Hoor gemorrel aan de zitkamerdeur. Ik kijk op vanuit mijn leesvoer. 

Mijn vrouw roept: “Krijg de deur niet open! Probeer jij eens”. Ik sta op en begin aan de klink te rukken. Geen beweging, niets. 

Hoe ik ook trek, de klink van de zitkamerdeur zit muurvast.

Mijn vrouw haalt gereedschap uit de schuur. Geeft ze aan via het keukenraam. Het is ondertussen rond de 00:30 uur. (…) Niets lukt. Ik zit gevangen in de zitkamer. 

Mijn vrouw heeft dé oplossing, die ze te gretig oppert: “Ik ga naar boven en jij moet op de bank slapen”. 

Dat zal toch niet? Wat krijgen we nou? Toch zie ik midden in de nacht ook geen andere oplossing. Door de ruit van de deur zie ik haar in lachen uitbarsten. “We zijn gescheiden!”, roept ze triomfantelijk. 

Ze vergeet te jubelen: “Eindelijk!” Om er vervolgens een overdosis zout in te strooien: “Lekker, een nachtje zonder gesnurk!”

We nemen “afscheid”. Ik staar wanhopig naar die peperdure massieve klo… deur en probeer het een laatste keer. Niets! Kan geen tanden poetsen, goed opfrissen, niets.

Dan bedenk ik me geschrokken, dat ik met mijn prostaat zeker twee tot drie keer `s nachts moet lozen. Zweet breekt me uit. 

Leek me niet raadzaam om 1-1-2 te bellen met de noodoproep, dat ik een plasprobleem heb. En, dat zul je altijd zien, als je er bang voor bent begint je blaas met treiteren. 

Paniek. Kan fles Spa leeggooien en daarin pissen. Zit ik straks met mijn tuinslang klem in die fles in Antoniushove. Bah! En dan gaat mijn zorg nu alleen nog naar plassen. Stel je voor, dat mijn endeldarm de alarmfase inluidt. 

Uit wanhoop loop ik de tuin in om mijn blaas te lozen in de sloot achter de tuin. Nog een heel gedoe om over het schuttinkje te plassen. Mijn straal is geen Niagarawaterval meer. Nauwelijks een kabbelend beekje. 

Als er nu iemand uit het raam kijkt of op de dijk achter mijn huis zijn hond uitlaat, kan ik het schudden (“Die Lamping stond ladderzat te pissen in de tuin”).

Ik slaap hopeloos. Overal spierpijn en wéér richting sloot. Met volle maan, tuurlijk.

Volgende morgen meldt mijn vrouw zich met onze opgetrommelde zoon. Die ligt in een deuk. Hij probeert van alles. Niets. Tenslotte roept hij: “Ga eens weg bij die deur!” 

Met een enorme trap vliegt de (ooit op maat gemaakte) deur open. Totaal verruïneerd inclusief deurpost. Komt zelfs stucwerk mee. Mechanisme bleek fataal defect, vandaar.

Mijn zoon kijkt me grijnzend aan en spreekt de onvergetelijke tekst: “Hoi, pap, weet je wat ik vanochtend dacht?” 

“Laat ik eens even bij die ouwe met de deur in huis vallen” 

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant