De Voorburgse korenmolen aan de Achterweg, nu Parkweg (archieffoto).
De Voorburgse korenmolen aan de Achterweg, nu Parkweg (archieffoto).
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Molen van Baas

Historie 844 keer gelezen

Voorburg - Toen Leendert Baas in 1914 de Voorburgse korenmolen aan de Achterweg verliet, was deze molen al drie generaties in de familie. De voor de Parkweg zo gezichtsbepalende, eeuwenoude molen werd twee jaar na het vertrek gesloopt na jarenlange trouwe dienst om voor de bakkers meel te malen. Voorburg werd een molen armer.

Door F.J.A.M. van der Helm

Wat nu Parkweg heet, stond tot 1926 bekend als de Achterweg. Het was een landelijke weg met bomen en zicht op weilanden en hier en daar wat buitenverblijven of volwassen boerderijen compleet met boumanswoningen. Nabij de hoek met de Laan van Nieuw Oosteinde stond de molen van Baas zoals die in de volksmond werd genoemd. Deze naam verwees naar de familie Baas, die er in 1841 op kwam wonen en er drie generaties lang zou blijven.

In 1841 kwam de in Rijnsaterwoude geboren Jan Baas op de korenmolen. Hij kocht de molen compleet met huis en erf voor ƒ10.000 van Jacob Noordijk, die naar Leiden vertrok. De stellingmolen was destijds gunstig gelegen in open land zodat hij goed wind ving en opperbest kon malen.

Baas kwam er samen met zijn elf jaar jongere vrouw Aaltje Engel wonen kort nadat ze in 1841 met elkaar waren getrouwd. Op de molen kreeg het jonge echtpaar een kinderrijk gezin, waaronder twee jongens: Leendert (1848) en Johannes Pieter (1850). Het echtpaar ging kort na hun huwelijk naar de in Voorburg residerende notaris Hermanus van Zegwaard om hun testament te maken, waarin ze de langstlevende tot universeel erfgenaam benoemde. In 1879, Jan Baas was toen 67, kwam de volgende generatie aan bod. Via een officiële acte voor notaris klink gepasseerd, werd de overdracht geregeld. De twee zonen, die beiden op de molen werkzaam waren, werden de nieuwe eigenaar van de molen. Maar daarvan niet alleen. Ze kregen tevens de paardenstal, wagenhuis, woonhuis en nog twee woningen in eigendom met enkele stukken wei- en grasland.

Op de oude woning zouden vader en moeder tot hun dood mogen blijven. De broers hadden ieder hun eigen woning. Dat was best noodzakelijk, want Leendert was even voor de overdracht getrouwd met Neeltje van der Loo uit Kethel, Hij 30 en zij 27 jaar. Het hele molencomplex ging over voor ƒ15.000, te voldoen door overname van de hypothecaire schuld van ƒ5.000 en een schuldbekentenis aan hun vader van ƒ10.000. Beide leningen tegen de gangbare rente van 5%. Eigen geld konden de broers niet overleggen.
De molenaars hadden windrecht dat wil zeggen dat de molen voldoende wind moest kunnen vangen en dat omliggende gebouwen of andere obstakels niet voor hinder mochten zorgen. Zo was afgesproken dat de bomen aan de Laan van Nieuw Oosteinde niet boven een bepaalde hoogte mochten komen en de molen zo uit de wind zouden houden.

De uit het huwelijk van Leendert Baas en Neeltje van der Loo geboren zoon Leendert Baas (1885) zou de laatste eigenaar van de molen worden.

Reacties naar helmhuis@ziggo.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant