Zicht op Leidschendam in 1920 (foto C. Steenbergh).
Zicht op Leidschendam in 1920 (foto C. Steenbergh).
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Nachtwacht in Veur

Historie 550 keer gelezen

Leidschendam - In 1830 besluiten de gemeenteraden van Stompwijk en Veur om een nachtwacht in te stellen om personen en goederen in hun dorpen te beschermen tegen onwelkome gasten. Kennelijk was de komst van nachtwachters een noodzakelijk kwaad, omdat veel onheil werd aangericht aan beide zijden van de Vliet.

Door F.J.A.M. van der Helm

De idyllische omgeving van de Leidschendamse sluis oogt zo onschuldig en vredig. Dat geldt nog meer voor prenten en afbeeldingen uit het verleden, waarop de oude sluis staat afgebeeld. Het is de spreekwoordelijke schijn, die bedriegt. Het leven op het platteland was alles behalve vredig. De dam trok vele ongure lieden aan die meestal per boot aanmeerden vanuit verre en nabijgelegen oorden. Ze hadden meestal niet veel goeds in hun mars. Daarnaast waren er zwervers, zigeuners, bedelaars en vagebonden, die niet uit de buurt kwamen, maar wel voor de nodige overlast en irritatie zorgden.

De sfeer langs de sluis werd er niet beter op. Daarom besloten Veur en Stompwijk een nachtwacht in het leven te roepen, die moest waken over de bewoners en hun bezittingen. De komst van het geüniformeerde corps had heel wat voeten in de aarde. De lieden werden gerecruteerd uit de mannelijke bevolking tussen de 19 en 50 jaar. De officieren gaven leiding aan de wachten: vier uit Stompwijk en twee uit Veur, die op toerbeurt hun diensten moesten draaien. Het waken was een nachtelijke aangelegenheid. ’s Avonds om 10 uur werd er begonnen en afhankelijk van de vrieskou ging het werk door tot 4 uur in de ochtend. Wanneer de sloten bevroren waren waakten ze een uurtje langer, omdat ongure types dan gemakkelijker toegang hadden tot verboden plaatsen.

Bij de dam stond een verwarmd wachthuisje waar ’s avonds werd verzameld. De wachters werden dan door de officier bewapend met een geweer voorzien van een bajonet. De officier bewaarde in een klein kistje de patronen om de geweren te laden en borg de sleutel dan weer goed op. De wachters gingen op hun tocht langs alle kroegen en tapperijen, want die dienden om half elf te zijn gesloten. Bij weigering werden de kroegbazen beboet. Vreemdelingen die bevelen van de patrouille niet opvolgden, werden eventueel met behulp van de kastelein of andere dorpelingen gearresteerd. De volgende dag werd verslag uitgebracht aan de hoofdcommandant en in geval van arrestatie werd de burgemeester gewaarschuwd.

Strenge eisen qua conditie werden er niet gesteld aan de wachters. Wel, dienden de lieden van onberispelijk gedrag te zijn. Een verleden van dieverijen en kwajongensstreken waren uit den boze. Ook de reputatie hebben van dronkenbroer werd niet op prijs gesteld. Willem Bleijs (1779 -1849) werd in juni 1847 ontslagen toen hij voor de zoveelste keer beneveld was aangetroffen. Bleijs, die getrouwd was met Catharina van der Lee (1785-1865) is zover bekend de enige die de nachtwacht moest verlaten wegens alcoholmisbruik.

Voor reacties: helmhuis@ziggo.nl

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant