het raadhuis in de Herenstraat te Voorburg rond 1930 (archieffoto).
het raadhuis in de Herenstraat te Voorburg rond 1930 (archieffoto).
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Beurs voor slimme kinderen

Historie 421 keer gelezen

Voorburg - De gemeente Voorburg kwam in 1940 met een verordening om zeer begaafde kinderen die verder wilden studeren, financieel tegemoet te komen. Wat aanvankelijk een heel sociale en haast nobele daad leek, kon niet lang worden gehandhaafd en werd in 1942 ingetrokken. 

Door F.J.A.M. van der Helm

Begin 20e eeuw ontstond steeds meer het besef dat kinderen (en volwassenen) verschilden qua intelligentie. Het ene kind had van nature meer ‘hersenen’ meegekregen dan de ander. Ook de omstandigheden waaronder kinderen zich optimaal konden ontplooien verschilden erg. Het begrip milieu werd geïntroduceerd. Kinderen afkomstig uit een arbeidersmilieu zouden minder intelligent zijn dan een jong uit de rijkere kringen, zo werd gedacht.

De vroede vaderen van Voorburg wilden proberen iedereen gelijke kansen te geven. Voor de oorlog werd besloten om ook minderbedeelde, maar wel zeer begaafde, leerlingen de mogelijkheid te geven om verder te studeren. Hiertoe werd aan de gemeenteraad voorgesteld om een post van 1.000 gulden op te nemen op de begroting. Op 1 mei 1940 trad de verordening in werking, maar gauw bleek dat het gewenste resultaat niet werd bereikt. Het probleem zat hem in het begrip zeer begaafde leerlingen. Wie waren dat eigenlijk?

Het was moeilijk om een leerling zeer begaafd te noemen. Was dat iemand die een klas had overgeslagen op het lyceum? Of iemand die gemiddeld een 7 scoorde op zijn lijst? Wat waren de capaciteiten van de leerling en de verwachtingen voor de samenleving? Na een jaar werden de resultaten geëvalueerd. Gebleken was dat enkele leerlingen of hun wettelijke vertegenwoordigers een aanvraag hadden ingediend. Leerling Klomp was een duidelijk zeer begaafd geval. Zijn cijferlijst was uitstekend, maar ook waren er verklaringen van deskundigen die wezen op zijn uitmuntende kwaliteiten. Zijn povere financiële situatie maakte dat hij terecht een beroep kon doen op de gemeente.

Leerling Slappendel viel buiten de pot. Zijn leerresultaten waren niet supernormaal en bovendien ontbraken verklaringen van deskundigen. Hij kon niet beschouwd worden als zeer begaafd en zijn beursaanvraag moest nader worden bekeken. Aanvrager Bremer daarentegen viel gelijk in de prijzen. Hij bleek niet alleen voldoende aanleg te hebben, maar was ook een zeer ijverige leerling. Ook in de mobilisatietijd was hij ondanks de moeilijkheden vol energie en vlijt.

Vanwege de strenge en moeilijke selectie werd besloten de verordening in 1941 aan te passen en niet als eis te stellen zeer begaafd, maar te volstaan met begaafd. Gewezen werd op het belang van de samenleving om kinderen met goede hersenen door te laten leren. Bij de wijziging werd tevens het maximumbedrag gesteld op 200 gulden per leerling. Op 30 oktober 1942 werd de verordening voor geld uit de gemeentekas voor begaafde leerlingen ingetrokken door de burgemeester. De eerder toegezegde beurzen werden keurig uitbetaald.

Reacties naar helmhuis@ziggo.nl

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant