Trekvliet met links de Laakmolen en rechts de Boontjesmolen (anno 1735).
Trekvliet met links de Laakmolen en rechts de Boontjesmolen (anno 1735).
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Boontjesmolen verkocht

Historie 592 keer gelezen

Voorburg is een groot deel van zijn grondgebied kwijtgeraakt aan Den Haag. Middels de annexatie van de Binckhorstpolder gingen enkele boerderijen aan weerszijden van de stokoude Binckhorstlaan over naar Den Haag. Ook de inmiddels verdwenen Boontjesmolen die aan de Vliet stond ging over in Haagse handen.

Door: F.J.A.M. van der Helm

In 1907 kreeg Den Haag weer eens honger in nieuw land en ging over tot een grote annexatie van Rijswijkse en Voorburgse landerijen, die destijds tot aan het Rijswijkseplein lagen. De grens van de Schenk was niet langer heilig en de Binckhorstpolder kwam bij Den Haag. Naast de verschillende boerderijen waren er twee imposante historische gebouwen, die uit de Voorburgse gemeente verdwenen: kasteel de Binckhorst en de Boontjesmolen.

De Boontjesmolen was gelegen aan het huidige Trekvlietplein naast de ingang van de oude gasfabriek. Het was een watermolen, die diende om de Binckhorstpolder droog te houden. Naar verluid werd de molen gebouwd in 1446 door het hoogheemraadschap Delfland. De molen heette officieel de Oude Veenmolen, dit in tegenstelling tot de Nieuwe Veenmolen die in 1656 werd gebouwd en nog steeds aan de Schenk staat nabij de Carel Reinierszkade.

De bijnaam Boontjesmolen komt vermoedelijk van het watertje dat daar gelopen heeft en Boontjessloot was genaamd. Vernoemd naar Bonefaas of kortweg Boon. Het liep uit in de Vliet en parallel met het huidige uitgestrekte Trekvlietplein, dat helemaal geen plein is, maar een kaarsrechte lange weg. Het plein ontstond op de plaats waar de molen stond. De contouren zijn als het ware nog zichtbaar.

Door de komst van de stoommachine hadden de molens hun langste tijd gehad. Gemalen namen het werk van de molens over. De molens werden afgebroken en de molenaars kwamen op straat te staan. Het leek er in die tijd op alsof Nederland al zijn molens zou kwijtraken ten koste van de vooruitgang.

Namens het zeshoofdig bestuur van de Veen- en Binckhorstpolder werd in 1902 de koopovereenkomst getekend door de notarisklerk, die optrad voor Willem van der Berg, Jan de Wit en Cornelis Koot, allen bouwlieden te Voorburg. Voor het bedrag vaan 5.500 gulden werd Bouke Jacob Kruijswijk, koopman te Rijswijk de nieuwe eigenaar van een tot woonhuis ingerichte molen compleet met schuur, erf en tuin op een oppervlakte van ruim 13 are. De molen grensde aan het voormalige Rijswijkse gehucht 't Sluisje, dat langs de Vliet was gelegen en in 1834 door Den Haag was geannexeerd.

De molen verpauperde al geruime tijd sinds de laatste molenaar er in 1871 was uitgetrokken. Dertig jaar stond alleen de mantel nog overeind en werd de molen gebruikt als woning. Het einde van de molen ging in een versneld tempo toen na de annexatie van 1907 de gasfabriek verscheen aan het Trekvlietplein.

Reacties: helmhuis@ziggo.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant