Prinses Marianne als tante

Voorburg - Het is geen geheim dat prinses Marianne (1810-1883) en haar koetsier Johannes van Rossum (1809-1873) een relatie hadden. Het stel leefde openlijk samen op de Voorburgse buitenplaats Rusthof. Hoe de Oranjes erover dachten is bekend, maar hoe gingen de Van Rossums om met hun vorstelijke schoonzus en tante?

Door F.J.A.M. van der Helm

Prinses Marianne trouwde in 1830 met haar neef Albert van Pruisen. Het huwelijk liep niet erg gesmeerd. Ofschoon er vijf prinsenkinderen uit het huwelijk werden geboren, waarvan er twee nog geen jaar oud werden, verliet Marianne in 1845 haar man en kwam ze eerst in Den Haag en later in Voorburg terecht. Daar ontmoette ze Johannes van Rossum, die bij haar kwam werken als koetsier en lakei. De desolate Marianne zocht warmte bij haar lakei, waar destijds met schande over werd gesproken. Misschien niet zo zeer in Voorburg dan zeker aan het Hof aan het Noordeinde, waar Marianne niet langer welkom was.

Rossums
De Van Rossums kwamen uit Den Haag. Johannes was in 1837 getrouwd met Catharina Keijzer en had een simpel leventje zoals dat paste bij die tijd. In 1843 trouwde broer Dirk van Rossum met een zus van Catharina Keijzer. Het waren eenvoudige families. Later zouden nog twee zussen van Johannes trouwen met twee jongens uit het gezin van Frans van Heffen en Johanna Pon.

Ondertussen zat Johannes meer in Voorburg bij Marianne dan bij zijn eigen vrouw in Den Haag. Toen Marianne een kind moest baren in 1849 wist iedereen dat Van Rossum de vader was. Het kind werd liefelijk Johannes Willem genoemd en zou slechts twaalf jaar worden.

Royaal
De goedgeefse Marianne steunde diverse projecten in de Voorburgse kerk en liet zo haar betrokkenheid zien aan de bevolking. Ook haar neefjes en nichtjes (van de zijde van de Van Rossums) lagen haar na aan haar hart. Marianne moet zeker gesteld zijn geweest op de familie van haar man. Het is niet bekend of de kinderen bij haar op bezoek kwamen of andersom dat zij met haar Johannes bij de familie kwam.

Schenking
Wel is bekend dat ze in 1873 naar de notaris stapte om haar neefjes en nichtjes te bedenken. Johannes was net overleden en Marianne besloot de familie van haar man geldelijk bij te staan. Niet in een testament, maar middels een schenking. De 63-jarige prinses gaf een som van 21.000 gulden aan de vijf kinderen van Wilhelmina van Rossum, die zelf getrouwd was met een simpele stoffeerder. Een dito bedrag ging naar de vier kinderen van Maria van Rossum, die getrouwd was met een meubelmaker. En dan nog een gelijk bedrag aan vijf kinderen van Dirk van Rossum, waarbij zelfs een dochtertje naar haar was vernoemd. Broer Willem viel buiten de prijzen: vermoedelijk was de relatie met hem niet al te best!

Reacties naar helmhuis@ziggo.nl.