TOZO-regeling is eerder last dan lust

Vorig jaar aarzelde ik of ik een TOZO (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers), waar ik recht op had, aan te vragen. Maar mijn accountant stelde mij gerust. Ik had het geld hard nodig om mijn kosten te dekken. Ik was weliswaar geen van mijn vaste klanten kwijtgeraakt, maar ze namen wel veel minder af als gevolg van de COVID-19 maatregelen.

Omdat ik direct de hoogte van mijn omzet eerlijk door had gegeven aan de gemeente, kreeg ik niet 100% van het bedrag waar ik recht op had, op mijn rekening gestort. Toch werd het volledige bedrag in het systeem van de gemeente geregistreerd, hetgeen steeds weer tot fouten zou leiden in de berekeningen van de gemeente.

Vervolgens werd ik bestookt met brieven, waarin ik werd verzocht de ontvangen bedragen te bevestigen. Ook ontving ik een aantal telefoontjes van ambtenaren die narrig druk op mij uitoefenden om het zogenaamd te veel ontvangen geld zo snel mogelijk terug te storten. Dit terwijl ik verder geen recht had op staatssteun en de maatregelen nog steeds invloed hadden op mijn omzet.

De druppel was toen ik de jaaropgave ontving waarop het gehele aangevraagde bedrag als inkomen over 2020 stond vermeld. Dit terwijl ik al een groot deel had terugbetaald in 2020 en ook nog een deel nooit had ontvangen! Ik moet dus belasting betalen over niet ontvangen steun voordat ik die steun volgend jaar via de belastingdienst kan terugvragen!

De uren die ik als ondernemer kwijt ben aan alle administratie rond de TOZO staat ook nog eens totaal niet in verhouding tot het ontvangen bedrag!

Tot slot nog dit. De TOZO wordt betaald van geld dat de overheid leent tegen nauwelijks tot geen rente en pas over tientallen jaren hoeft te worden terugbetaald. Waarom zou je als gemeente ambtenaren ertoe aanzetten om het geld zo snel mogelijk terug te vorderen van ondernemers die nog steeds last hebben van overheidsmaatregelen en zonder COVID prima zelfstandig kunnen ondernemen?

Afzender bij redactie bekend

Afvalstrijd

Jarenlang zet ik me al in voor een schone leefomgeving; de correspondentie gaat zelfs zo ver terug tot het ‘wethouder Van Ostaijen’ tijdperk. Men kan zeggen wat men wil van deze voormalig bestuurder, vragen van inwoners werden beantwoord. Oplossingen, dat is een ander verhaal.

Ruim een decennium later zijn die er nog steeds niet. We houden moed en geven niet op. Een levendige mailcorrespondentie met wethouder Van Eekelen volgt. Antwoord komt er echter weinig inhoudelijk. Ik word voor de koffie uitgenodigd, de uitgestoken hand wordt aanvaard. Ik ben niet van gisteren en heb op voorhand graag de antwoorden op schrift. Handig als gespreksnotitie. Het wordt stil en blijft stil. Ik mail en mail. Nog steeds nul op het rekest. Een WOB-verzoek is al dat nu nog rest.

Recent werd het initiatief ‘Sterk voor Noord’ gelanceerd. Wat mij betreft worden de pijlen tevens gericht op de afvalberg in Leidschendam Noord.

Afzender bij de redactie bekend

Julianaplein

De verreweg belangrijkste voorwaarde om het mogelijk te maken het gedateerde Julianaplein een facelift te geven, is de aanleg van een ondergrondse parkeergarage, voorzien van voldoende oplaadmogelijkheden. Modern straatmeubilair en duurzame (sier)bestrating zorgen voor een fris en eigentijds uiterlijk van het gebied. Het plaatsen van meerdere fietsenstallingen zal zeker in een behoefte voorzien.

Aantrekkelijke, door de lokale horeca ingerichte terrassen, bieden gelegenheid tot omzetvergroting en nodigen uit om op een schaduwrijk plein iets te gebruiken. Openbare sanitaire voorzieningen in de directe nabijheid zijn wenselijk. De aanleg van een kleinschalig stadspark op de plaats van het huidige parkeerterrein, verfraaid met kunstwerken kan zorgen voor een groene uitstraling en ook dienen als waterberging. De aanplant van bomen op het nieuwe plein helpen daarbij en zorgen voor schaduw tijdens warme zomerdagen.

Het is van belang dat het een open plein wordt met een groene uitstraling. Dit kan uitsluitend worden bereikt, als het blik ondergronds gaat. Nu domineren geparkeerde auto’s de openbare ruimte en onttrekken het plein grotendeels aan het zicht

Ondanks de hoge kosten, die aan een parkeergarage verbonden zijn, is het een moderne investering, die tegenwoordig steeds vaker wordt toegepast. Een gedurfd en doortastend besluit om hiertoe over te gaan, zou een vooruitstrevend initiatief zijn en een voorbeeld van grootschalig denken. Het antwoord is aan de gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders. Het is mijn vaste overtuiging, dat als de aanleg van een ondergrondse parkeergarage niet wordt overwogen, alle beoogde aanpassingen en verfraaiingen slechts marginaal effect zullen hebben op de modernisering van de Julianabaan. Het is de vraag of de geplande facelift van het winkelcentrum voldoende competitief genoeg zal blijken te zijn ten opzichte van o.a.The Mall of The Netherlands.

Een mislukte facelift is erger dan helemaal geen facelift. Daarom zou het devies moeten/kunnen zijn: Doe het goed, of doe het niet!

Kees Verbeek