Laat niet zien dat er niemand thuis is

Terwijl heel Nederland massaal op vakantie is, ruiken inbrekers hun kans. En hoewel tweederde van de deuren tegenwoordig goed beveiligd is, kunnen criminelen nog eenvoudig toeslaan. De overheid zegt in zijn campagnes met het zwaailichtje niet voor niets: 'Maak het ze niet te makkelijk. Door slechte beveiligingsmaatregelen, krijgen dieven weer kansen in de paar weken dat een woning niet wordt bewoond. Coen Staal, voorzitter stichting Nationale Inbraakpreventie zegt dan ook: “Doe er iets aan, dat is echt makkelijker dan je denkt”.

Een briefje op de deur: 'Wij zijn op vakantie' plaatst natuurlijk niemand op zijn of haar voordeur. Maar je huis duidelijk onbewoond achterlaten, is voor een oplettende inbreker ongeveer hetzelfde als dat briefje. Verder worden soms ook briefjes, strootjes, of andere kleine onopvallende objecten tussen de deur gestoken waaraan inbrekers kunnen zien of de bewoners niet thuis zijn.

Een ervaren inbreker ziet vervolgens in een oogopslag of een achterdeurslot of een keukenraam een ‘makkie’ is. Natuurlijk kiest hij dan voor de makkelijkste prooien. Onderzoek wijst uit dat maar liefst 30 tot 40 procent van de achterdeuren én van de voordeuren een zodanig slecht slot of beslag heeft dat een inbreker binnen 1 minuut binnen is. 

Om met een gerust gevoel af te reizen, heeft de stichting Nationale Inbraakpreventie 6 tips:

1. Ga naar inbraakmislukt.nl en check je deuren en ramen via "Hoe beveilig ik beter?” 

2. Laat 's avonds niet één lampje aan gaan, maar alle lampen die je normaliter 's avonds aan hebt. 

3. Doe je je jaloezieën of gordijnen van je woonkamer veelal helemaal dicht bij het slapengaan, verander dat dan een paar weken voordat je op vakantie gaat.

4. Ruim je woonkamer en keuken juist niet perfect netjes op. Laat een kopje op tafel staan of wat afwas op het aanrecht.

5. Plak (tijdelijk) een nee/nee sticker op je brievenbus om overtollige reclamepost te voorkomen of vraag iemand om je post regelmatig weg te halen.

6. Vraag een van je buren om een oogje in het zeil te houden, niet alleen om de plantjes water te geven en het gras te maaien, maar ook om de post uit het zicht neer te leggen.