Bezwaren tegen eindoplevering van werkzaamheden Meeslouwerplas

Leidschendam - Vogelwerkgroep Vlietland, de Werkgroep Milieubeheer Leiden, de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart en Recreatiecentrum Vlietland B.V. hebben een brief gestuurd aan het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap van Rijnland (HHR) met hun bezwaren tegen de eventuele uitvoering van het voornemen van het dagelijks bestuur om de eindoplevering van de werkzaamheden van BAM in de Meeslouwerplas in Vlietland te accepteren.

De organisaties melden dato BAM de in de plas gebrachte bagger niet volledig heeft afgedekt en op meer hoofdpunten niet aan de eisen van HHR (en de Provincie Zuid-Holland, PZH) heeft voldaan, zoals bijvoorbeeld wat betreft het verondiepen van de plas, het opnieuw inrichten en stabiliseren van de oevers van de Meeslouwerplas en het aanbrengen van brede ondiepe (eufotische) zones langs de oevers . In de brief wordt Rijnland aansprakelijk gesteld voor alle schade die het gevolg zou zijn van het door HHR accepteren van de oplevering van de Meeslouwerplas.

Adviezen
In de brief wordt geadviseerd de eindoplevering van het resultaat van de werkzaamheden van BAM in de Meeslouwerplas niet te accepteren, maar onder meer te (laten) onderzoeken of (en zo ja: hoe) een afdeklaag met een geringer soortelijk gewicht dan zand aangebracht kan worden op de bagger op de bodem van de Meeslouwerplas zonder dat dit tot omwoeling van de op de bodem aangebrachte bagger leidt; te (laten) onderzoeken waar deze afdeklaag het beste aangebracht kan worden c.q. waar de meest verontreinigde bagger ligt.

Meting waterkwaliteit
Verder willen de organisaties dat BAM wordt verplicht om tenminste 10 jaar lang maandelijks waterkwaliteitsmetingen te laten verrichten en halfjaarlijks ongemengde bodemmonsters te laten nemen in de Meeslouwerplas (en mogelijk ook in de Grote Plas) om te bezien of de gehalten aan schadelijke stoffen daarin zodanig zijn afgenomen dat de waterkwaliteit en de natuur in en om de Meeslouwerplas (en de volksgezondheid, voor zover het om het eten van verontreinigde vis gaat) niet (meer) ongunstig beïnvloed worden en BAM te verplichten om - voor zover mogelijk - te voldoen aan alle in vergunningen en contracten opgenomen verplichtingen.

Precedent
In de brief wordt tot slot gewezen op het risico dat het Hoogheemraadschap van Rijnland, volgens de opstellers “als vergunningverlener en bevoegd gezag voor andere vergunninghouders een buitengewoon onwenselijk precedent zou scheppen en zich als vergunningverlener en bevoegd gezag ook zou diskwalificeren, als het een eindoplevering zou accepteren van werkzaamheden die op een aantal hoofdpunten niet voldoen aan de door HHR zelf gestelde eisen.”

Tot slot geven de organisaties die de brief hebben geschreven aan gaarne bereid te zijn tot verder overleg.