Het Leidschendamse raadhuis in 1946.
Het Leidschendamse raadhuis in 1946.
HISTORISCH LEVEN AAN DE VLIET

Bouwdrama rond raadhuis

Actueel 446 keer gelezen

Leidschendam - De samenvoeging van de gemeenten Veur en Stompwijk tot Leidschendam had tot gevolg dat er een groter onderkomen moest worden gevonden voor de nieuwe gemeente met ruim 9.000 inwoners. Naarstig werd er gezocht naar een geschikt pand, doch al spoedig werd besloten tot nieuwbouw. Problemen stapelden zich op.

Door F.J.A.M. van der Helm

Op de eerste vergadering in 1938 van de nieuwe raad van Leidschendam werd door burgemeester Willem Keijzer (1884-1940) al gesproken over een nieuw onderkomen dat er spoedig diende te komen. De samengevoegde gemeenten Veur en Stompwijk konden zich niet langer behelpen met een te klein raadhuis. Aanvankelijk leek het erop dat de raad zich zou vestigen in de openbare school aan de Veursestraatweg. Deze had door gebrek aan leerlingen geen bestaansrecht meer en weldra zou deze worden gesloten. Na een uitermate felle discussie werd dit plan van tafel geveegd en kwam het terrein aan de Wilhelminalaan ter sprake. Architect Alexander Kropholler bleek een grote, doch weinig transparante, rol te hebben gespeeld in het perceel grond dat hij had geruild met de eigenaar.

De invloed van de architect was dubieus te noemen. Hij gaf de firma G.A. van Baten uit Waspik opdracht tot de realisatie van zijn project. Van een openbare aanbesteding was geen sprake. De architect toonde autoritair gedrag en walste over alle regels heen. De aanbestedingssom bedroeg een kleine 76.000 gulden, inclusief het salaris van Kropholler. De plaatselijke aannemers voelden zich gepasseerd, waren furieus en wilden dat er een openbare aanbesteding kwam. De bouw van het nieuwe gemeentehuis was het gesprek van de dag. Uiteindelijk kwam het in de raad tot een gesloten stemming waarbij vier leden tegen het besluit stemden. Dat waren de heren Koerts, Willemsen, Kranenburg en Ten Hope. De lokale aannemers wilden in beroep gaan tegen het raadsbesluit.

Er werd druk vergaderd en er werd zelfs een actiecomité opgericht om het besluit aan te vechten. Eerst zou bij de provincie worden geprotesteerd en eventueel zou bij de Kroon beroep worden ingesteld. Een architect die zelf onderhandse afspraken maakt met een aannemer, kwam hen als oneerlijke concurrentie over. De provincie ging echter akkoord met de gesloten overeenkomst, omdat de aanbestedingssom dermate scherp was, dat geen enkele aannemer er onder kon zitten. Wellicht was dat zo, maar eerlijk was de aanbesteding niet gegaan. Grommend legden de aannemers zich erbij neer. Wethouder Smits van Openbare Werken kreeg veel kritiek te verduren en moest er alles aandoen om het budget niet te laten overschrijden. Uiteindelijk werd in september 1939 met de bouw begonnen. Een jaar later werd het gemeentehuis opgeleverd.

Even leek het bouwdrama weer verder te gaan, omdat de fietsenstalling en de bliksemafleider door de architect waren vergeten Wederom het nodige tumult in de raad. Maar uiteindelijk kon toch de vlag op het dak worden gezet.

Reacties naar: helmhuis@ziggo.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant