Jacht in de oertijd, Jan Snoeck, 1954, Schellinglaan, hoek Westerlookade, brug over Broeksloot Voorburg Midden (foto: Marian Kokshoorn).
Jacht in de oertijd, Jan Snoeck, 1954, Schellinglaan, hoek Westerlookade, brug over Broeksloot Voorburg Midden (foto: Marian Kokshoorn).
KUNST IN LEIDSCHENDAM-VOORBURG

Jacht in de oertijd

Actueel 1.427 keer gelezen

Voorburg - Aan de vier bakstenen uiteinden van de brug over de Broeksloot in Voorburg zijn vierkanten betonnen reliëfs verwerkt. Een ruiter met speer te paard, een geknielde man met pijl en boog, twee everzwijnen en een opspringend hert en vogel. Mannen en dieren zijn en profil weergegeven.

Door Anne Marie Boorsma

Ik kijk naar twee reliëfs (zie foto). Ruiter en paard hebben hoekige vormen. Vooral de ruiter, die kaarsrecht op zijn paard zit. Zijn gebogen armen en benen vormen driehoeken. Met zijn ene hand houdt hij de teugel strak gespannen. In zijn andere heeft hij een speer horizontaal in de aanslag. De man heeft een kort kapsel, rechte neus en een baard, zeer gestileerd weergegeven. Eén oog kijkt ons aandachtig aan. Bij het paard komen de driehoekige vormen terug in zijn opgetrokken benen. Hij heeft ook gebogen vormen, zie z’n hoofd, staart en bilpartij. Er zit nauwelijks beweging in de afbeelding. Daarvoor is de compositie te horizontaal. Maar spanning zit er wel degelijk in. 

Dat is een verschil met het hert en de vogel. Dit reliëf heeft een diagonaal-compositie en is daardoor beweeglijker. Het hert werpt zijn linker poot de lucht in en zet zich schrap met de andere poten. Tegelijkertijd draait hij zijn kop naar achteren. Mogelijk is hij geschrokken van de vogel die kwam aanvliegen. Het lijkt erop dat de vogel het hert van achteren aanvalt. Toch denk ik dat beide dieren slachtoffers zijn van de ruiter te paard. Dat komt door de titel van dit vierdelige kunstwerk: ‘Jacht in de oertijd’, een vroeg werk van Jan Snoeck (1927-2018) uit 1954. Snoeck kennen we voornamelijk van zijn kleurrijke keramiek. De kunstenaar heeft zich hier laten inspireren door de jagers en verzamelaars die zich in een ver verleden vestigden in deze gebieden. De mannen jaagden op herten, hazen en everzwijnen en de vrouwen verzamelden bessen en zorgden voor de kinderen. Niet andersom. Het schrift bestond toen nog niet, dus archeologen baseren hun kennis over de oertijd op bodemvondsten, zoals potscherven, vuurstenen en speerpunten. 

Jan Snoeck doorliep de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en studeerde daarnaast een jaar in Parijs bij de beroemde beeldhouwer Ossip Zadkine. Snoeck werkte in de vijftiger jaren voornamelijk met brons, hout en steen. Begin zestiger jaren ging hij zich toeleggen op keramiek. Hij ontwikkelde een hele eigen, speelse stijl, waarbij hij gebruik maakte van felle kleuren. Er staan veel beelden van hem in de openbare ruimte. In Voorburg staat onder andere zijn ‘Ubu’ en in Den Haag bij het HMC Westeinde zijn veelkleurige bedden. 

Voor reacties en informatie over (online) cursussen kunstgeschiedenis: www.annemarieboorsma.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant