Varen voor victorie

Leidschendam - Tijdens de Vlietdagen zal ook de 'Nooit Volmaakt' voor het publiek te zien zijn. Deze boot speelt een rol in de film 'Varen voor Victorie' die op 3 september door National Geographic werd uitgezonden. In het ruim vervoerde schipper Kees Koole tijdens de Tweede Wereldoorlog Engelandvaarders naar het Haringvliet.

De bijna 100-jarige 'Nooit Volmaakt' werd in opdracht van Gerrit de Bruijn uit Schipluiden in Friesland gebouwd en op 30 juli 1917 tot de 'Arie' gedoopt, naar zijn in 1912 geboren zoon. Enkele jaren later neemt Jan van Leeuwen, die een kruidenierswinkeltje heeft aan de Dorpsstraat in Schipluiden, de 'Arie' over van de weduwe van Gerrit de Bruijn.

Jan van Leeuwen vervoert met de schuit vooral mest, pulp en aardappelen. Op 23 september 1935 koopt de familie Rienksma het schip, dat wordt omgedoopt tot de 'Nooit Volmaakt'. De naam is aangereikt door opoe Rienksma, die dikwijls opmerkte dat het leven nu eenmaal 'nooit volmaakt' is. Als in 1940 de oorlog uitbreekt en moedige jongemannen een poging doen naar Engeland te ontkomen om van daaruit mee te werken aan de bevrijding van Nederland, speelt de Nooit Volmaakt daarbij een belangrijke rol.

Schipper Kees Koole, inmiddels eigenaar van de boot, bouwt samen met de verzetsman Ton Schrader een netwerk dat mensen helpt via de Noordzee naar Engeland te ontkomen. Schrader werkt bij het Rijksbureau Voedselvoorziening in Den Haag, als hoofd Bureau Grondstoffen. Met financiële hulp van relaties worden bootjes gekocht. Op de werf van Van Ravesteyn in Leidschendam maken de broers Pier (bedrijfsleider) en Jo Meijer (monteur) ze in het geheim zo zeewaardig mogelijk.

Voedselvoorziening
Binnen een straal van zo'n 50 kilometer vanaf de zeegaten mochten geen bootjes varen. Maar daar vond Schrader wat op. Koole vervoerde voor de voedselvoorziening met zijn 40 ton vrachtschip 'Nooit Volmaakt' aardappelen van de Zuid-Hollandse eilanden naar wat later 'de Randstad' heette. Schrader gaf hem via zijn Bureau Grondstoffen hiervoor een speciale vergunning.

In de papieren stond ook dat Koole na 12 uur 's nachts niet meer mocht varen. Hij zorgde ervoor precies om middernacht midden op het Haringvliet te zijn, zodat de 'Engelandvaarders' bij een maanloze nacht ongezien vanaf de wal aan hun reis konden beginnen. Op de afgesproken dag haalde schipper Koole de bootjes met de 'Nooit Volmaakt' in Leidschendam op.

Ze werden in het ruim getakeld of op sleeptouw genomen. De bootjes kregen het opschrift 'Controlevaartuig' en werden verzegeld. Daardoor leek het alsof ze bestemd waren voor de 'Centrale Crisis Controle Dienst'. Op die manier werden de controles door de Duitsers bij de sluizen keurig doorstaan.

Onderscheidingen
Een enkele 'Engelandvaarder' stapte in Leidschendam aan boord van de 'Nooit Volmaakt' en hield zich verborgen onder lege aardappelzakken. In de meeste gevallen werden de Engelandvaarders - verkleed als landarbeiders - in een vrachtwagen van het Rijksbureau Voedselvoorziening naar een stille plek langs het Spui tussen Voorne-Putten en de Hoekse Waard vervoerd.Daar gingen zij aan boord van de 'Nooit volmaakt'. In totaal hebben ten minste 71 personen via dit netwerk een poging tot Engelandvaart gedaan, van wie er 47 in Engeland zijn aangekomen.

In 1953 werden Koole en de broers Meijer in Londen onderscheiden door de Royal Air Force Escaping Society (RAFES), omdat dankzij hen geallieerde piloten naar Engeland konden terugkeren. Koole ontving tevens een dankbetuiging van de Amerikaanse president Eisenhower. Koole werd onlangs postuum onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis.

De Nooit Volmaakt ligt op zaterdag 13 en zondag 14 september aan de Sluiskant nabij het Dolk-gemaal.