Wat vindt de politiek: minimaal 30% van nieuwbouw moet sociale huur zijn

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart behandelt het Krantje-online elke dag een stelling vanuit de stemwijzer. De stelling van vandaag: Minimaal 30 procent van de nieuwbouw in Leidschendam-Voorburg moet bestaan uit sociale huurwoningen.

GBLV/Gemeentebelangen, CDA, PvdA, GroenLinks en ChrustenUnie-SGP zijn het met deze stelling eens. VVD en D66 zijn tegen. Hieronder de toelichting:

GBLV/Gemeentebelangen is voorstander van een veelzijdig woningaanbod en wil voorkomen dat er alleen maar dure woningen in de gemeente worden gebouwd. Het CDA vindt het mooi dat nieuwe woningbouwlocaties – zoals Klein Plaspoelpolder - worden benut voor meer diversiteit van woningen, zoals meer betaalbare woningen voor starters en ouderen. De PvdA vindt dat het dringend nodig is om ervoor te zorgen dat ook mensen met een laag inkomen betaalbaar kunnen wonen. GroenLinks hoopt dat de gemeente de 30% gaat halen. ChristenUnie-SGP vindt dat er de laatste jaren te weinig sociale huurwoningen gebouwd zijn terwijl de vraag de komende jaren alleen maar toe zal nemen, onder meer vanwege de verplichting statushouders te huisvesten en omdat er woningen nodig zijn voor personen die eerder nog in instellingen werden opgenomen. Het hanteren van een minimumpercentage voor sociale woningbouw is daarom noodzakelijk.

Volgens de VVD worden er in Leidschendam-Voorburg meer dan 1000 huizen bewoond door scheefwoners. 15% van alle gesubsidieerde huizen in de gemeente worden dus bewoond door iemand die prima zelf een eigen huis kan kopen of huren. Maar die huizen zijn er niet. D66 geeft ook aan dat er een groot tekort is aan net iets duurdere woningen. VVD en D66 willen daarom zorgen voor meer huur- en koopwoningen in het middensegment. Hierdoor kunnen de 1000 scheefwoners doorstromen naar een eigen huis en creëren zij plek voor mensen die op de wachtlijst staan voor en sociale huurwoning.