Ruzie eindigt in steekpartij: OM eist 6 jaar cel

Leidschendam - Een simpele opmerking over een hond, leidde ertoe dat twee broers uit Leidschendam in januari werden aangevallen met een mes. Een van hen kreeg het mes in zijn rug. 'Het scheelde niet veel, of de gevolgen waren niet te overzien geweest', zei de officier van justitie vrijdag in de rechtszaal. Tegen de verdachte eiste ze 6 jaar cel voor poging moord en poging doodslag.

Op 4 januari 2018 lopen de broers (21 en 18 jaar) in Leidschendam met hun hond als de 43-jarige man hen in een steeg tegemoet kwam. Wanneer de 21-jarige zegt dat de man moet uitkijken voor hun hond, wordt de man boos. Het loopt uit op een schermutseling, waarbij niet duidelijk is wie als eerste een klap uitdeelde. Maar de man vertrok met de woorden: 'Wacht maar, ik kom terug!'

Een paar minuten later, als de broers in de supermarkt zijn geweest en weer terug naar huis lopen, komt de man op ze af rennen. Hij zwaait met een mes en heeft het kennelijk op de 18-jarige broer voorzien, die volgens de man het meest agressief was geweest. De 21-jarige roept dat zijn broer moet wegrennen - die doet dat ook - maar zelf kan hij zich met de hond aan zijn hand niet uit de voeten maken. Als de man zich met het mes naar de hond buigt, bukt de jongen over zijn viervoeter heen en krijgt het mes in zijn onderrug, net naast zijn ruggenwervel.

Volgens de officier van justitie heeft de verdachte na de eerste ruzie ruim de tijd gehad om zich op zijn vervolgstappen te beraden. 'Kennelijk heeft hij die tijd gebruikt om ergens een mes te pakken', zei ze tegen de rechtbank. 'En uit de manier van benaderen en de beweging met het mes is ook duidelijk wat zijn besluit was: de 18-jarige broer doden.'

Uiteindelijk krijg de 21-jarige broer die ertussen springt het mes in zijn rug. 'En met kracht', aldus de officier van justitie, 'dat concludeer ik uit het feit dat het mes door zijn jas is gegaan en de wond die is ontstaan.'

Het Openbaar Ministerie acht een poging moord, dus met voorbedachte rade, op de 18-jarige broer bewezen. Het vervolgens steken van de 21-jarige broer levert volgens het OM een poging doodslag op. De broers worden nog elke dag aan het incident herinnerd en hebben grote moeite om naar buiten te gaan. Ook heeft de 18-jarige een schuldgevoel ten opzichte van zijn grote broer.

De officier van justitie ving aan in de rechtszaal te vertellen dat ze bij de hele zaak een wat onbevredigend gevoel heeft. 'Verdachte zegt zich nog steeds niet te herinneren, of ontkent, dat hij een mes heeft gebruikt', zei ze. 'Dat maakt hem wat ongrijpbaar. Het feit dat hij nooit eerder met politie en justitie in aanraking is geweest, versterkt dat gevoel. Dat zien we in deze rechtszaal, bij dit soort feiten en zonder dat er psychisch iets aan de hand is, niet vaak.'

Het Openbaar Ministerie eist 6 jaar gevangenisstraf. Ook vindt ze dat beide broers een schadevergoeding moeten krijgen. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.