Enkes aan de Westvlietweg 60 in Leidschendam, 1939 (archieffoto).
Enkes aan de Westvlietweg 60 in Leidschendam, 1939 (archieffoto).
Historisch leven langs de vliet

Kogellagers van ENKES

Historie 1.079 keer gelezen

Leidschendam-Voorburg - De ENKES-fabriek aan de Westvlietweg is vanouds een begrip voor de inwoners van Voorburg en Stompwijk. Het bedrijf maakte deel uit van de Voorburgse leefgemeenschap en bezorgde heel wat bewoners een vaste baan. De fabriek kende de nodige toppen en dalen, die allemaal van dichtbij werden meegevoeld door de plaatselijke bevolking.

Door F.J.A.M. van der Helm

Uit dezelfde koker waar in het begin van de 20e eeuw de unieke Voorburgse autofabriek Omnia voortsproot, volgde spoedig in 1912 de N.V. Eerste Nederlandsche Kogellager- en Schroevenfabriek (ENKES). Het bedrijf bevond zich aan de Drievlietkant van de Vliet, waar alles destijds allemaal weiland was. De eenvoudige machinefabriek had zijn wortels in Rotterdam doch was Omnia auto’s naar Voorburg gevolgd. De fabriek was opgericht door enthousiaste aandeelhouders, die voor 500 gulden deelnamen in het bedrijf.

Het aantal personeelsleden was aanvankelijk nog gering. In 1919 kreeg al het personeel drie dagen vrij in de maand augustus, waardoor de hele fabriek en handel platlagen. De metaalgieterij maakte spoedig naam. Het ging de fabriek voor de wind: de omzet was aan het stijgen. In 1919 ging de omzet van ƒ192.101 naar ƒ351.816. De aandeelhouders konden uiterst tevreden zijn met een uitgekeerd topdividend van ƒ90, wat neerkomt op maar liefst 18%.

Enkes werkte nauw samen met Van Berkels patent en Omnia op het gebied van vliegtuig- en wagenonderdelen. Dit alles zag de omzet alleen maar verder toenemen. Er zaten een stel slimme jongens aan de Vliet: zeker in de beginperiode. Tijdens de crisisjaren werd Enkes getroffen door vele bezuinigingen, doch toen er bewapend moest worden wisten de producenten het bedrijf weer te vinden. In 1934 werd de positie van het bedrijf ‘gunstig, zelfs sterk’ genoemd. Doch een gigantische groei bleef achterwege. Uiteindelijk steeg het dividend van 5% in 1939 naar 15% in het eerste oorlogsjaar. Spoedig na de oorlog ging het metaalbedrijf alweer renderen en kwam de omzet boven de miljoen. Na de oorlog zou Enkes een belangrijk toeleveringsbedrijf worden voor de Starfighter en kon zich zodoende florissant presenteren.

De jaren ‘60 verliepen voorspoedig. Het personeelsbestand groeide ver naar boven de 300 en de winsten stapelden zich op. Het waren gouden tijden. Maar geleidelijk aan kwam de klad erin. In 1969 steeg de winst nog met ƒ 57.000 naar een bescheiden ƒ 360.000, maar veel reden tot optimisme was er niet. De orderportefeuille was geslonken en in 1971 kon er geen dividend meer worden uitgekeerd. Het ging ronduit slecht met het bedrijf. Het aantal werknemers daalde tot net boven de 200 in 1972.

Maar het kon nog slechter. Half 1975 verkeerde het bedrijf in zwaar weer en bleek het nauwelijks meer te redden. Reddingsplannen werden gesmeed. De SER werd om advies gevraagd en de overheid om subsidie. Lubbers bood ruim 2,5 mln., maar het doek viel in september van dit jaar over het bedrijf.

Reacties naar helmhuis@ziggo.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant