‘Zonneruiter’ (1969), een beeld van Aart van den IJssel aan de Sonnenburghlaan te Voorburg (foto: Marian Kokshoorn).
‘Zonneruiter’ (1969), een beeld van Aart van den IJssel aan de Sonnenburghlaan te Voorburg (foto: Marian Kokshoorn).
beelden in beeld

Groot en klein

Actueel 995 keer gelezen

Voorburg - De ruiter heeft korte armen en benen en een opvallend groot lang hoofd. Moeders mooiste is hij niet. Om zijn hoofd heeft hij een ronde schijf waar rommelige sprieten uitkomen die vastzitten aan een cirkel. Zowel paard als ruiter zien er wat verfomfaaid uit. Toch zijn het grootse thema’s die beeldhouwer Aart van den IJssel hier verbeeld heeft… 

Door Anne Marie Boorsma 

Dat verfomfaaide zit hem o.a. in het gebruikte materiaal en de techniek die hij gebruikte. De beeldhouwer zaagde messing platen uit en legde ze om een mal. Dan was het een kwestie van kloppen en lassen. Niets werd gepolijst. Hij hield niet van glanzend metaal. Als het dreigde te gaan glimmen, dan gooide hij er zuren overheen, of stopte het beeld onder de grond, zodat het een verweerd uiterlijk kreeg. Zo maakte hij ook deze gepantserde ruiter en paard.

Voor hem is die pantsering een wezenlijk onderdeel van het paard. Dat lees ik in het boek over de kunstenaar geschreven door mijn collega Saskia Gras. Ze citeert hem: ‘ze hebben het nodig in deze wereld, en daarom is het evolutionair zo gegroeid (…)’. Dus dit beeld gaat over de kwetsbaarheid van het dier. Maar ook van de mens denk ik. Interessant, want dat zie je ook in zijn beelden van de allerkleinste wezentjes waar hij ook al zo dol op was: insecten. Fragiele schepselen die bloed agressief kunnen zijn. Het zijn van die boeiende tegenstellingen die je in al zijn beeldhouwwerken terugziet.

Ons beeld heeft als titel: ‘Zonneruiter’. Dan besef je dat dit niet een onbeduidende paardrijder met fietswiel is. Want het is de zon zelf die rond zijn hoofd straalt. Hij is dus groots en klein tegelijkertijd. Ja groots, want ik associeer hem met de klassieke zonnegod die met paarden en zonnewagen langs het hemels gewelf opkomt en weer ondergaat. Dag in dag uit. Ik denk aan de talloze mythes over hem. Bijvoorbeeld die waarbij zijn hoogmoedige zoon Faëton denkt dat hij net zo goed de zonnewagen kan berijden als hij. Niet dus. Het zal zijn dood betekenen. Ik denk aan mythische drakendoders en ruiters van de Apocalyps en die over het paard getilde zonnekoning: Lodewijk XIV. Maar ook aan heiligenbeelden met als attribuut een aureool om het hoofd. In wezen christelijke zonnegoden.

De kunstenaar werd geboren in Den Haag waar hij de academie doorliep. Hij gaf les aan de Vrije Academie in Den Haag en werd lid van kunstenaarsgroep Verve. Vanaf 1954 tot aan zijn dood in 1983 woonde en werkte hij in Voorburg.

Aart van de IJssel heeft in zijn ‘Zonneruiter’ grootse universele thema’s als leven en dood verwerkt tot iets kleins en kwetsbaars. Tegelijkertijd maakt hij van iets onbeduidend kleins iets groots en meeslepends. Volgens mij kunnen alleen grote kunstenaars dat.

Voor informatie over (online) kunsthistorische lezingen en reacties: www.annemarieboorsma.nl.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant