Maatschappelijke organisaties verdelen subsidies

Leidschendam-Voorburg - Het ging wat stroef van start maar de nieuwe manier van omgaan met maatschappelijke subsidies is toch gelukt. De subsidies voor 2020 zijn verdeeld. 

Wethouder Jan-Willem Rouwendal is tevreden over het proces en het resultaat. “Dat al deze partners dat gezamenlijk doen, is een heel mooi. Niet meer elke organisatie voor zichzelf, maar juist met elkaar de maatschappelijke vragen oppakken.”

Met de nieuwe subsidieverdeling is het aan zes subsidietafels om te adviseren over de aanpak en activiteiten en de daarvoor in te zetten financiële middelen. Organisaties kunnen op het sociaal domein niet langer direct met een subsidieaanvraag naar de gemeente maar bespreken dit gezamenlijk aan de subsidietafel. De gemeente vraagt aan de subsidietafels om uiteindelijk met een gezamenlijk plan te komen. De introductie van het nieuwe systeem zorgde voor veel onrust. Het idee bestond dat de kleinere organisaties in dit systeem moeten opboksen tegen de grote professionals.

De gemeente ondersteunt de subsidietafels, onder andere door de voorzitter te leveren. Daarnaast zat er nog een beleidsambtenaar als begeleider aan tafel. “Het was de taak van de voorzitter en begeleider om ervoor te zorgen dat iedereen aan bod kwam. Veel organisaties kennen elkaar uit andere samenwerkingsverbanden. Die gunnen elkaar wat. De organisaties gaan met elkaar in gesprek over wat het beste aanbod is voor de te behalen doelstelling. Maar dan komt het moment dat de subsidie verdeeld moet gaan worden. Dat was best een spannend deel van het proces. De meeste tafels kwamen er uit. Slechts bij één tafel heeft het college uiteindelijk een besluit genomen”

Het samenwerken tijdens de subsidietafels heeft ook leuke gevolgen zoals de samenwerking tussen WOeJ en Sport en Welzijn (SenW). Twee welzijnsorganisaties die elk een andere doelgroep hebben, slaan de handen ineen. “Zij hebben onder meer afgesproken dat ze voor activiteiten gebruik gaan maken van elkaars gebouwen. Juist om samen nog meer mensen te kunnen bereiken. En de welzijnswerker gaat ook af en toe bij SenW zitten.” Verder is er door de overlegstructuur samenwerking ontstaan bij organisaties die een aansluitend aanbod bieden of waar er een overlap is. Dat zorgt voor een efficiëntere verdeling van de subsidies.

Rouwendal: “Het was een leerzaam proces. Complimenten voor onze maatschappelijke partners die er veel tijd, energie en denkkracht hebben gestoken. Ik ben blij dat het beoogde doel grotendeels is bereikt: partners die willen samenwerken, initiatief tonen en openstaan voor innovatie. Wat niet wegneemt dat er nog kinderziektes zijn. Het is een proces, waarin we samen de werkwijze voortdurend verbeteren en verfijnen.”