Tevredenheid over WMO-regeling

De WMO-regeling voldoet bij de meeste gebruikers aan de verwachtingen. Dit staat in de raadsbrief Cliënttevredenheidsonderzoek WMO van het college van B&W.

Sinds 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) van kracht, aldus het college. Deze wet moet ervoor zorgen dat mensen mee kunnen doen in de samenleving en ondersteuning krijgen als dat nodig is. De gemeente heeft een wettelijke verplichting om jaarlijks een tevredenheidsonderzoek te houden, vervolgt het college. Er is bij dit onderzoek gekeken naar de tevredenheid bij vier onderdelen. Dit zijn de toegang tot ondersteuning, de hulp bij het huishouden, de hulpmiddelen en de WMO-raad. Het college meent dat men op alle onderdelen tevreden is. De laagste score is een 7.1 voor de toegang tot ondersteuning. Bij de meeste cliënten voldoet de ondersteuning aan de verwachtingen (86%), aldus het college. Ook is men positief over de mate waarin de ondersteuning helpt bij het zelfstandig wonen en het meedoen aan de maatschappij (88%). Echter voor een deel van de cliënten is het zelfstandig wonen en het meedoen aan de maatschappij niet of nauwelijks het geval (12%). Maar men is ontevreden over de veranderingen door de inwerkingtreding van de WMO. Ook is er teleurstelling over afwijzingen en de gebrekkige levering van hulp bij het huishouden door zorgaanbieders. Het college neemt de zaken waar men minder of niet tevreden over is mee in de voorgenomen verbetertrajecten en reguliere overleggen met zorgaanbieders (door Judith Poppema).